Banner

Top 10 van Prinsjesdag 2022

21 september 2022 | Door:  Jasper Gorter

Wat zijn de tien belangrijkste fiscale voorstellen die op Prinsjesdag uit het koffertje van de minister van Financiën kwamen? We zetten ze voor je op een rij. 

1. Verhoging minimumloon met ruim 10 procent 

Het minimumloon wordt in één keer met ruim 10 procent verhoogd per 2023. Omdat ook de AOW en de bijstand hieraan gekoppeld zijn, zullen deze evenredig meestijgen. 

2. Tarieven inkomstenbelasting omlaag en heffingskortingen omhoog 

Het tarief in de 1e schijf wordt iets verlaagd: van 37,07 procent in 2022 naar 36,93 procent in 2023. De eerste tariefschijf wordt verlengd naar 73.071 euro (69.398 euro in 2022).  

De arbeidskorting gaat per 2023 behoorlijk omhoog in het kader van koopkrachtverbetering. Hier profiteren zowel werknemers (waaronder de dga) als ondernemers in de inkomstenbelasting van. Bij hogere inkomens slaat echter het voordeel door andere maatregelen om in een nadeel. 

3. Tarieven vennootschapsbelasting omhoog 

De tarieven in de vennootschapsbelasting gaan omhoog en de lengte van de eerste schijf wordt kleiner. Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het tarief tot een belastbare winst van 200.000 euro 19 procent en daarboven 25,8 procent. Hierdoor worden resultaten eerder in de hoogste schijf van 25,8 procent belast. De opbrengsten worden gebruikt ter financiering van het koopkrachtpakket. 

Deze ontwikkelingen kunnen dit jaar reden zijn om opnieuw te kijken naar het nut van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. 

4. Twee tarieven aanmerkelijk belang 

Heb je meer dan 5 procent van de aandelen in een vennootschap? Dan ben je aanmerkelijkbelanghouder. De inkomsten die je uit dit belang krijgt, zoals dividend, zijn belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Het tarief bedraagt momenteel 26,9 procent. 

Het kabinet is van plan om twee schijven te introduceren in box 2 met ingang van 2024, namelijk 24,5 procent tot 67.000 euro per fiscale partner en 31 procent voor het bedrag daarboven. In 2023 blijft het tarief voor box 2 gelijk aan het tarief in 2022, namelijk 26,9 procent. Samen met de wijzigingen in box 3 is dit reden om de komende periode goed te kijken naar het dividendbeleid. 

5. Hoger gebruikelijk loon 

Als dga ben je verplicht om jezelf een minimaal salaris vanuit je bv uit te betalen. Dit minimale salaris is het hoogste van drie wettelijke mogelijkheden, namelijk 48.000 euro, het loon van de meest verdienende werknemer, maar op minimaal 75 procent (doelmatigheidsmarge) van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking.  

Deze doelmatigheidsmarge vervalt per 2023. Het loon wordt dan dus minimaal gesteld op het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. De kans is daarom groot dat je jezelf daarom als dga vanaf 2023 een hoger loon moet toekennen. Fiscaal is het uitkeren van extra loon echter de duurste optie om geld vanuit je bv naar privé te halen. Het levert daarom fiscaal nadeel op. 

6. Tarief box 3 stapsgewijs verhoogd 

Het tarief in box 3 wordt stapsgewijs verhoogd. In 2023 bedraagt het tarief 32 procent (nu 31 procent). In 2024 en 2025 gaat het tarief van box 3 telkens met 1 procentpunt omhoog. 

Om de kleine spaarder te ontzien, wordt het heffingsvrije vermogen met ingang van 2023 verhoogd van 50.650 euro naar 57.000 euro. 

Ten slotte wordt als gevolg van het Kerstarrest van de Hoge Raad en het daardoor noodzakelijke rechtsherstel de heffingsgrondslag in box 3 aangepast. De Belastingdienst gaat hierbij uit van de werkelijke verdeling van het vermogens over drie vermogensgroepen:   

7. Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling 

Door middel van de werkkostenregeling kun je als werkgever je personeel onbelast allerlei zaken vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt per 2023 verruimd: 

Dit levert vanaf 2023 tot maximaal 880 euro meer vrije ruimte op. Overschrijd je de vrije ruimte, dan betaal je 80 procent belasting via de eindheffing in de loonadministratie.  

8. Verhoging overdrachtsbelasting voor bedrijven en beleggers 

De overdrachtsbelasting voor vastgoed dat niet als eigen woning aangemerkt kan worden (kort gezegd vastgoed van beleggers), stijgt per 2023 van 8 procent naar 10,4 procent. Per saldo gaan bedrijven en beleggers bij de aankoop van onroerende zaken meer overdrachtsbelasting betalen. Voor woningen voor eigen gebruik blijft het overdrachtsbelastingtarief 2 procent of geldt een startersvrijstelling. 

9. Verhoging leegwaarderatio 

Woningen worden in box 3 van de inkomstenbelasting gewaardeerd tegen WOZ-waarde. Bij verhuurde woningen (met huurbescherming) kan echter een waardedrukkende factor worden meegenomen (leegwaarderatio). Deze waardedrukkende factor wordt per 2023 geactualiseerd en in feite verhoogd. Hierdoor stijgt de waarde van een verhuurde woning in box 3, zodat de verhuurder meer belasting in box 3 moet betalen. Daarnaast werkt deze aanpassing door in de schenk- en erfbelasting. 

Daarnaast vindt nog een tweetal wijzigingen plaats: 

1. Tijdelijke huurcontracten worden met ingang van 2023 uitgesloten van toepassing van de leegwaarderatio.
2. Indien sprake is van verhuur aan gelieerde partijen (zoals een zoon of dochter) vervalt de mogelijkheid om de leegwaarderatio toe te passen. 

Let op! De leegwaarderatio is niet van toepassing bij vakantiewoningen en niet-woningen. 

10. Steunpakket energie voor ondernemers? 

Voor huishoudens kondigt het kabinet naast dit koopkrachtpakket een prijsplafond aan voor elektriciteit en/of gas tot een bepaald gebruik. Daarnaast kondigt minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat aan dat er rond november een steunpakket komt voor ondernemers. Het is nog onduidelijk hoe deze plannen eruit komen te zien.  

Jasper Gorter

Jasper Gorter

Hoofd vaktechniek fiscaal

088 2531011 | jgorter@alfa.nl


Meer over Jasper