Banner

(Vermogende) particulieren: komende jaren spaarvariant box 3

21 september 2022 | Door:  Dick Leeuw

De heffing in box 3 vindt vanaf 2023 wettelijk plaats met de spaarvariant en vanaf 2026 over het werkelijke rendement op vermogen. Daarnaast verdwijnt feitelijk de ‘jubelton’. 

Spaarvariant box 3 wettelijk verankerd 

Als gevolg van het Kerstarrest van de Hoge Raad en het daardoor noodzakelijke rechtsherstel wordt  per 2023 de heffingsgrondslag in box 3 wettelijk aangepast. Dit gebeurt vooruitlopend op de belastingheffing over het werkelijke vermogen (per 2026).  

De aanpassing per 2023 gebeurt op basis van de zogenoemde spaarvariant: de heffingsgrondslag van het vermogen van box 3 gaat uit van de werkelijke verdeling van je vermogen over drie vermogensgroepen:  

Vervolgens wordt per vermogensgroep het box 3-inkomen berekend op basis van een verondersteld rendement: 

De forfaitaire rendementen voor 2022 zullen deels na afloop van het kalenderjaar met terugwerkende kracht worden gewijzigd, zodat bij de in dat jaar behaalde rendementen kan worden aangesloten. Dat betekent dus dat bepaalde rendementen op dit moment deels nog niet bekend zijn.  

Tarief en heffingvrij vermogen box 3 omhoog 

Het tarief van box 3 wordt in 2023 verhoogd naar 32% (31% in 2022). Ook in 2024 en 2025 gaat het tarief van box 3 omhoog met 1%-punt, naar respectievelijk 33% en 34%. Om kleinere spaarders te ontzien wordt het heffingsvrije vermogen per 2023 verhoogd naar € 57.000 (in 2022: € 50.650). 

Tegengaan peildatumarbitrage box 3 

Stel dat je voor enkele dagen (rond peildatum 1 januari) je aandelen zou omwisselen voor spaargeld. Dan zou op de peildatum opeens een veel lager rendement verondersteld worden (voor het hele jaar!) In de wetgeving komt een antimisbruikbepaling om te voorkomen dat belastingplichtigen binnen een periode van drie maanden met daarin een peildatum vermogensbestanddelen voor korte duur verschuiven om op deze manier voordeel te bepalen.  

Let op! 
Het schuiven met vermogensbestanddelen in de groepen rond de peildatum wordt door de Belastingdienst niet erkend, tenzij er niet-fiscale redenen voor zijn. De vermogensbestanddelen worden in dat geval door de Belastingdienst gezien alsof deze niet zouden zijn verschoven.  

Groene beleggingen  

Ook groene beleggingen moeten worden gesplitst in groene spaartegoeden en groene overige bezittingen. De vrijstelling voor groene beleggingen blijft van toepassing, maar zal moeten worden verdeeld over beide categorieën. In de overbruggingswetgeving is opgenomen dat de vrijstelling daarbij zo veel mogelijk wordt toegerekend aan de categorie overige bezittingen.   

Tip! 
Het kan bij overige bezittingen die minder rendement opleveren dan wat wordt verondersteld in de spaarvariant, wenselijk zijn deze om te zetten in banktegoeden of – indien mogelijk – over te brengen naar je bv. Overleg hierover met je adviseur

Verhoging waardering verhuurde woningen (leegwaarderatio) 

Woningen worden in box 3 van de inkomstenbelasting gewaardeerd tegen WOZ-waarde. Bij verhuurde woningen (met huurbescherming) kan echter een waardedrukkende factor worden meegenomen (leegwaarderatio). Deze waardedrukkende factor wordt per 2023 geactualiseerd en in feite verhoogd. Hierdoor stijgt de waarde van een verhuurde woning in box 3, zodat de verhuurder meer belasting in box 3 moet betalen. Daarnaast werkt deze aanpassing door in de schenk- en erfbelasting. 

Daarnaast zijn er nog twee wijzigingen: 

Let op!
De leegwaarderatio is niet van toepassing bij vakantiewoningen en niet-woningen. 

Afbouw en afschaffing jubelton voor de eigen woning 

De schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning (ook wel de jubelton genoemd) wordt per 2024 volledig afgeschaft. Per 2023 wordt de eenmalige vrijstelling voor de eigen woning al verlaagd naar bijna € 29.000. De huidige maximale vrijstelling bedraagt ruim € 106.000. 

Deze eenmalige vrijstelling is mogelijk als de ontvanger of zijn of haar partner tussen de 18 en 40 jaar oud is en de jubelton gebruikt wordt om:  

Let op!  
Voor de jubelton gold dat het maximumbedrag van de vrijstelling verspreid over drie jaar kon worden geschonken. Voorgesteld is nu dat indien in 2022 voor het eerst is geschonken, het restant van de vrijstelling alleen nog in 2023 kan worden geschonken en niet meer in 2024. Wanneer de jubelton in 2023 wordt geschonken, geldt in het geheel geen spreidingsmogelijkheid meer.  

Tip!  
Iemand die in 2022 een schenking ontvangt, heeft nog wel tot uiterlijk 2024 de tijd om deze te besteden aan de eigen woning.  

Verhoging overdrachtsbelasting  

De overdrachtsbelasting voor de aankoop van vastgoed (niet de woning voor eigen gebruik) stijgt van 8 naar 10,4%.    

Per 2021 waren de tarieven al gewijzigd, waardoor het tarief voor de verkrijging van de eigen woning (eigen gebruik) was verlaagd van 6 naar 2% en voor overig vastgoed was verhoogd van 6 naar 8%. Per 2023 is er dus een verdere verhoging van het algemene tarief tot 10,4% voorgesteld. Per saldo gaan bedrijven en beleggers bij de aankoop van onroerende zaken meer overdrachtsbelasting betalen.   

Het verlaagde tarief van 2% én het zogenaamde starterstarief voor woningen voor eigen gebruik worden niet aangepast. Wel gaat de startersvrijstelling gelden voor aankopen tot € 440.000 in plaats van € 400.000.   

Tip! 
Bij voorgenomen aankoop van een vastgoed is bij levering van het pand vóór 1 januari 2023 het overdrachtsbelastingtarief van 8% nog van toepassing. 

Afschaffing verhuurderheffing  

Bezit je meer dan 50 huurwoningen waarvan de maandelijkse huurprijs niet hoger is dan de huurtoeslaggrens? Dan is verhuurderheffing verschuldigd. Per 1 januari 2023 wordt de verhuurderheffing afgeschaft. In de praktijk wordt deze heffing nagenoeg geheel door de woningcorporatiesector en een aantal beleggers betaald. De heffing is in 2013 tijdens de economische crisis als tijdelijke maatregel ingevoerd. 

Begrenzing periodieke giftenaftrek  

Het kabinet benadrukt dat zij filantropie en het belang van periodieke giften om donateurs langdurig te betrekken bij anbi’s en te zorgen voor vaste inkomensstroom ondersteunt. Het onderzoek rond de vermogensverdeling laat echter ook zien dat de balans bij extreem hoge periodieke giften zodanig is verstoord dat een beleidswijziging wenselijk is. 

Het kabinet stelt met bovenstaand evenwicht in het achterhoofd voor om voor de periodieke giften een plafond in te voeren van € 250.000 per huishouden. Het is dan niet meer mogelijk om uitzonderlijk hoge inkomens volledig te verrekenen met die hoge jaarlijkse gift. De exacte uitwerking van deze maatregel wordt opgenomen in een nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2023. 

Lees alles over de maatregelen van het Belastingplan 2023 op onze speciale Prinsjesdag-pagina. 

Dick Leeuw

Dick Leeuw

Belastingadviseur

088 2532778 | dleeuw@alfa.nl


Meer over Dick