Banner

Interesse in multifunctionele landbouw?

11 maart 2024 | Door:  Edwin Roelandse

Multifunctionele landbouw (MFL) is een verzamelbegrip voor bedrijven die hun agrarische productie en omgeving combineren met het leveren van diensten aan de samenleving. Denk dan aan zorglandbouw, dag- en verblijfsrecreatie, educatie, boerderijverkoop, (agrarische) kinderopvang en/of natuur- en landschapsbeheer. Het kan een mooie aanvulling zijn in het kader van bedrijfsontwikkeling, maar je hebt wel met meer regelgeving te maken.

Handreiking

Per 1 januari 2024 is er ook nog eens de nieuwe omgevingswet wat aandacht vraagt aan de hand van de handreiking ‘Multifunctionele landbouw en de Omgevingswet’ van de  vereniging van Nederlandse gemeenten  wat tevens de bron voor dit artikel is. Deze handreiking geeft enige duidelijkheid voor ondernemers, ambtenaren en bestuurders over de mogelijkheden van multifunctionele landbouw. De handreiking volgt de VNG handreiking multifunctionele landbouw uit 2011 op en is opgesteld in samenwerking met het Platform Multifunctionele Landbouw.

Omgevingswet

De invoering van de Omgevingswet zorgt voor een vernieuwing van wetgeving. Omdat het  platteland en Multifunctionele landbouwbedrijven regionaal van grote economische en sociale betekenis zijn zou de komst van de omgevingswet meer beleidsruimte moeten bieden aan het toestaan van MFL-activiteiten.
De omzet in multifunctionele landbouwtakken wordt geschat op meer dan 1 miljard euro. De regionaal sociale betekenis ligt in verkoop, educatie, zorglandbouw, agrarisch kinderopvang en werkgelegenheid. Het draagt bij aan de lokale verbinding van voedsel en consumenten van stad naar het plattenland.

Vertaling beleidskeuzes

Jouw bedrijfscontinuïteit krijgt een betere kans met een goed verdienmodel voor bijvoorbeeld toekomstige duurzame investeringen. Tevens zien nieuwe generaties de multifunctionele tak leidend worden in de wens om het bedrijf over te nemen en te behouden in het buitengebied.
De beleidskeuzes zoals algemene doelen, gebiedsdoelen en omgevingswaarden worden vastgesteld in de gemeentelijke omgevingsvisie. Het is een hele opgave om als (startende) multifunctionele landbouwondernemer deze beleidskeuzen te vertalen naar je bedrijfsvoering.
Het omgevingsplan kijkt enerzijds naar activiteiten milieu, water en ruimte als geheel. Anderzijds wordt elke activiteit zoveel mogelijk afzonderlijk benoemd én getoetst. Met de oude wet bieden het ‘bestemmingsvlak’ en het begrip ‘inrichting’ een vorm voor het samenspel van activiteiten op die ene locatie. Dit samenspel moet in het omgevingsplan worden ‘geregeld’.
Hierin ligt speciale aandacht voor multifunctionele landbouwbedrijven.

Enkele belangrijke aandachtspunten

Wat benoemt de gemeente als samenspel van activiteiten, wat als hoofd- of nevenactiviteit, als ingesloten activiteit of wellicht als gecombineerde activiteit?

Met de nieuwe omgevingswet beoogt de overheid de benadering van ‘ja mits …’ uit te voeren en biedt kansen voor de sector.

Bedrijven krijgen hiermee een eigentijdse opgave én verantwoording. Hoe een bedrijf dan ook wordt genoemd, is in feite ondergeschikt aan de bijdrage aan de doelen. Dit is in gemeentelijk beleid al herkenbaar in omgevingsvisies die een gerichte kwaliteitsimpuls ambiëren. Vooral in de strategie van gebiedsaanpak via het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de bijbehorende Provinciale Plannen Landelijk Gebied, zoals rijksoverheid en provincies voorstaan, kunnen maatschappelijk betrokken bedrijven zoals multifunctionele landbouwbedrijven, van grote betekenis zijn en blijven ongeacht de schaal(omvang).

De Multifunctionele landbouw laat drie schaalniveaus zien

  1. Gebied: het multifunctionele landbouwgebied met een mix van typen landbouwbedrijven. Hier gaat het over de relatie van meerdere landbouwbedrijven met de gebiedskwaliteit of omgevingskwaliteit (het landschapstype of de gebieds/kernwaarde);
     
  2. Bedrijf: het multifunctionele landbouwbedrijf met de gronden. Hier gaat het over de bijdrage van het bedrijf aan de omgevingskwaliteit door de grondexploitatie, over de vraag of de neven of tweede activiteiten met de agrarische productie zijn verbonden en over de maatschappelijke bijdrage van die activiteiten; 
     
  3. Erf en Gebouw: het erf van het multifunctionele landbouwbedrijf met het gebruik voor de (neven)activiteiten. Hier gaat het over de aard en de omvang van de activiteiten, gebruik van gebouwen en erf, en omgevingseffecten ten aanzien van onder andere verkeer, milieu en ‘landschap’, horizon.

Vormen van multifunctionele landbouwbedrijven

Kijkend naar de mix van agrarische activiteit en tweede activiteiten, zien partijen inmiddels vier vormen van bedrijven die onder multifunctionele landbouw zijn te rekenen:

  1. Het volwaardige agrarische bedrijf dat een neven- of tweede activiteit toevoegt en dat die activiteit verbindt met de agrarische productie.
    De neven- of tweede activiteit kan sterk voortbouwen op de feitelijke agrarische productie.
    Bijvoorbeeld de kaaswinkel, de kaasmakerij, de melktap of vleesverkoop.
    De nevenactiviteiten worden door de ondernemers zelf of een medewerker verzorgd.
    Deze vorm is te zien als de oorspronkelijke - en nog steeds veel voorkomende- vorm van multifunctionele landbouw. De vorm sluit aan bij een normale ketenfunctie en publieksfunctie van agrarische bedrijven.
     
  2. Het volwaardige agrarische bedrijf dat een nevenactiviteit facilitair toevoegt.
    Het bedrijf verhuurt een deel van een gebouw. De ruimten worden al dan niet door derden gebruikt, die al dan niet ‘iets’ doen met de aanwezigheid van landbouw en platteland (zoals losstaande kinderopvang).
     
  3. Het volwaardige agrarische bedrijf met meerdere hoofdtakken Het bedrijf exploiteert de gronden en/of locatie als agrarisch bedrijf voor één van de inkomens en ontplooit daarnaast andere volwaardige bedrijfsactiviteiten.
    De neven- of tweede activiteit bij agrarische productie is economisch, ruimtelijk en strategisch uitgegroeid tot een extra hoofdtak. Deze bedrijven groeien uit tot nieuw type van ‘gemengde’ bedrijven. Dit kan zowel door de agrarische familie worden uitgevoerd als door zakelijke partners van buiten.
  1. Het ‘niet meer-volwaardige agrarische bedrijf’ van een (deels) stoppende boer of burger.
    Er zijn veel grondeigenaren die het erf, de gebouwen en gronden voor agrarische activiteiten en nevenactiviteiten gebruiken waarbij de agrarische productie geen hoofdinkomen meer kan verschaffen. Of vanuit hobbymatig uitgangspunt.
    Ook een ‘opvolgende boer (binnen of van buiten de familie) of buiten de landbouw’ is een veel voorkomende vorm. Die laatste is te zien als een deeltijdagrariër die de gronden en locatie bedrijfsmatig, maar niet volwaardig exploiteert. Een hoveniersbedrijf die nog wat schapen houdt. Zij lijken daarmee sterk op startende agrariërs.

Drie categorieën omvang:

  1. Ondergeschikte of ondersteunende omvang
    Veel landbouw bedrijven zijn open en gastvrij en vanuit die drijfveer ontvangen ze bijvoorbeeld stagiairs of houden een open dag. De omvang van deze activiteiten is bijna een kenmerk van elk agrarisch bedrijf en is niet als multifunctionele landbouwbedrijf te typeren.
     
  2. Nevengeschikte omvang
    De nevenactiviteit heeft of krijgt een omvang, die kansen biedt voor een goed aanvullend inkomen. De activiteit kan wel of niet gerelateerd zijn aan de hoofdactiviteit. Er kan ook sprake zijn van gemengde activiteiten. In de boekhouding wordt dit vaak apart bijgehouden en leidt tot een netto saldo neventak. Van een nevengeschikte omvang is sprake als de activiteit zelf naar buiten treedt (werving voor een recreatietak) en aldus kleinschalige behoeften heeft. Hier moet je denken aan de inrichting van grond of gebouw, parkeren en veiligheid. Dit type nevenactiviteit leunt sterk op de locatie zelf.
     
  3. Zelfstandige omvang
    Het gaat hier om grote verschillen aan tweede activiteiten naar aard en omvang met aanzienlijke verschillen in de bedrijfsvoering waar onder arbeid met mogelijk verschillende effecten op de omgeving. De neven- of tweede activiteit kan of heeft de omvang van een tweede zelfstandige (hoofd) activiteit, alsof het een hoofdactiviteit is die zelfstandig  rendabel draait. Blijft echter gekoppeld aan de hoofdactiviteit landbouw.

Let op inschrijving KvK

Voor alles geldt dat de Uitvoeringsregeling Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) 2023  de inschrijving in het Handelsregister als vertrekpunt neemt voor hoofd- en nevenactiviteit:
Belangrijke definities:

Tot slot

MFL is een jonge sector met een grote diversiteit aan deelsectoren en een lage organisatiegraad, zonder grote ketenpartijen waardoor doorontwikkeling een uitdaging is. In potentie kan MFL de komende jaren doorgroeien tot een omzet van 2 miljard euro. Maar ook hier geldt, het moet vooral bij jou als ondernemer passen!

Wat kan Alfa voor jou betekenen?

Heb je vragen over de multifunctionele landbouw op het gebied van bedrijfsontwikkeling, prognoses, financieringen en subsidies neem dan contact op van met één van onze specialisten via het dichtstbijzijnde Alfa kantoor.

De MFL specialisten van Alfa

Edwin Roelandse

Edwin Roelandse

Relatiemanager

088 2531878 | eroelandse@alfa.nl


Meer over Edwin