Banner

“Jonge ondernemers moeten er gewoon weer iets van maken”

29 juni 2021 | Door:  Kees Teunis

Het is warm op een zonnige maandagmiddag in juni, aan de Zwijnsweg in Ens. Het is de plek waar Frans en Marijke Hollewand al twintig jaar thuis zijn na een verplichte verhuizing uit Zwolle. “We zitten hier op de juiste plek”, zegt hij. Met zestig melkkoeien is hij niet de grootste melkveehouder van de Noordoostpolder, maar met neveninkomsten uit de  akkerbouwtak zijn we dik tevreden. “Een gemengd bedrijf heeft toekomst.”

“Mijn vader heeft het bedrijf vanaf de grond opgebouwd. Hij moest zelf ook al een keer verhuizen voor de ruilverkaveling. Twintig jaar terug moesten we verkassen uit Zwolle, voor de stadsuitbreiding. Dan ga je zoeken in Groningen, Friesland en Drenthe en Oostelijk Flevoland, maar het is uiteindelijk Ens in de Noordoostpolder geworden. Ik zit hier op de juiste plek. Het is allemaal mooi recht en vlak met grond die geschikt is voor heel veel  teelten.. Ik ga weleens een stukje fietsen door Twente en de Achterhoek. En als ik dan al die kleine stukken land zie denk ik: dit is heel anders werken? Dit is veel minder efficiënt. Natuurlijk ging het wel aan mijn hart. We hadden een heel mooi plekje, op vijftien minuten fietsen van het centrum van Zwolle.”

Gewoon op vakantie

Zestig melkkoeien telt het bedrijf, met 23 hectare gras en 28 ha. akkerbouw, voor suikerbieten en tulpen en pootgoedaardappelen. Het meeste werk komt op de schouders van Frans terecht. Marijke werkt twee dagen per week buitenshuis, verzorgt de financiële boekhouding en samen overleggen ze over de grote lijn van het bedrijf.  “Eén dag in de week heb ik een zzp’er, een jongen die hier vroeger al kwam om te melken. Onze zoon Frank werkt vier dagen in de week bij de Landbouwuniversiteit en is op vrijdag altijd hier. We gaan ook gewoon op vakantie, altijd één of twee weken per jaar. Zolang als ik boer ben hebben we dat al gedaan. Je moet zorgen dat je het goed regelt.”

Verschillende scenario’s

Zestig is Frans, echtgenote Marijke één jaar ouder. Sinds kort maken de twee met jongste zoon Frank deel uit van een VOF. “Zo kan hij rustig bekijken wat hij wil gaan doen. Hij twijfelt nog of hij het bedrijf wil overnemen. We weten dus nog niet hoe het gaat lopen. Er zijn verschillende scenario’s. Hij moet het wel zelf leuk vinden. En als het toch niet zou doorgaan, moeten we met Alfa maar eens gaan nadenken over een andere constructie. We hebben nog de tijd. Maar ik heb wel gezegd: ik ben niet van plan tot mijn 67ste door te gaan.”

‘Tevreden met wat ik heb bereikt’

Het is in een tijd als deze ook geen eenvoudige keus, erkent Frans zelf. “Toen ik begon in een maatschap met mijn vader was het allemaal makkelijker. Je wist waar je aan toe was. Maar de ontwikkelingen zijn doorgegaan. Ik ben tevreden met wat ik heb bereikt. Maar van alles wat de overheid verzint word je niet vrolijk. En toch: ik vind dat jonge ondernemers de uitdaging moeten zoeken. Die moeten er gewoon weer iets van maken.”