“Grote installaties aansluiten, dat vind ik leuk werk”

2 april 2024 | Door:  Klaas de Vries

Hij heeft net in een nieuw bedrijfsbusje geïnvesteerd. “Mooi wit, zonder reclame”, lacht Allard Dunning. Want op reclame voor Technisch Bureau Dunning zit hij momenteel eerlijk gezegd niet te wachten. “Op dit moment hoeven er niet meer klanten bij, het is wel goed zo.” Net als meer collega’s in de installatietechniek zit Allard niet riant in z’n personeel. “Je kunt wel een keer iets extra vragen, maar niet altijd. Ik wil een beetje zuinig zijn op de jongens die ik heb.”

Het zijn vooral zakelijke opdrachtgevers in en rond Hoogeveen die aankloppen, met name in de industrie. Allard: “Dat vind ik mooi, van die grote elektrotechnische installaties. Er komt veel stroom kijken in een gebouw. Hoe bouw je zoiets op? Dat ligt mij wel. Je krijgt een klik met bedrijven, je snapt hoe hun installatie werkt. Zo kom je in die tak van sport terecht. Er is heel veel te doen in grote bedrijven. Het net is vol, je hebt netcongestie, bedrijven willen zonnepanelen. Om dat aan te sluiten zoals het moet, dat vind ik leuk werk. Er zijn ook andere bedrijven die dat kunnen, maar ik ervaar wel dat veel werk naar mij toekomt.”

Ook het toenemende belang van duurzaamheid maakt dat bedrijven graag investeren. Al zet Allard daar een kanttekening bij. “Het financiële aspect moet wel kloppen, anders maakt het bedrijven niet uit. Een bedrijf wil gewoon weten: wat levert het mij op? Het wordt anders als jij als bedrijf levert aan een opdrachtgever die van jou verlangt dat je voldoet aan een bepaalde CO2-footprint. Dan ben je wel verplicht om duurzaam bezig te zijn.”

Technische functie in een fabriek

Op drie vaste medewerkers kan Allard rekenen. Daarnaast heeft hij een vaste kern van zzp’ers om zich heen verzameld. Het was nog redelijk onverwacht dat hij de tweede generatie Dunning in het bedrijf werd. Allard: “Ik werkte in een technische functie in een fabriek, in ploegendiensten. Toen er thuis hulp nodig was ben ik bijgesprongen: een beetje werkvoorbereiding, begeleiding van medewerkers, investeren in nieuwe technieken. Zo ben ik ermee begonnen.” In 2001 wordt hij bedrijfsopvolger. Oók niet gepland. “Alfa kwam bij mijn vader: joh, als je het een keer over wilt doen aan je zoon moet je het nu doen, want het is belastingtechnisch interessant. En ik heb gezegd: doe maar.”

Keuzes moeten maken

Met Technisch Bureau Dunning bestrijkt hij die eerste jaren de gehele markt. Om uiteindelijk toch weer bij de industrie uit te komen. “We hebben in het begin van alles gedaan. Ook af en toe een vrijstaande woning, geen heleboel. Maar daar zijn we noodgedwongen mee gestopt. Door personeelstekort en onvoldoende directe kennis, heb ik keuzes moeten maken. We hebben nog twee takken, de elektrotechniek en loodgieterswerkzaamheden, maar we schuiven steeds meer op richting elektrotechniek. Ik moet gewoon heel secuur zijn in de opdrachten die ik aanneem, uit zelfbescherming. Op de monteurs die ik nog heb ben ik zuinig. Je kunt wel een keer iets extra van ze vragen. Maar niet altijd.”

Personeel

Personeel vinden is in de jaren dat het bedrijf bestaat nooit een probleem geweest, constateert hij. “Tot twee jaar terug. Daarvoor: nóóit.

Geen derde generatie

Ondanks alle strubbelingen kijkt hij positief naar de toekomst. In de wetenschap dat een derde generatie Dunning er niet in zit. Lachend: “Nee, m’n kinderen hebben vroeger al gezien wat je ervoor deed en wat je ervoor móet doen. Hoeveel telefoon dat je hebt. En die hebben gezegd: nou papa, dat gaan we echt, écht niet doen.” Of het hem aan zijn hart gaat? “Nee. Nee. Ik zie dit bedrijf als mijn boterham. Zo stond mijn vader er vroeger ook in. Ik zie het echt niet als mijn kindje.”

Zo lang als het bedrijf bestaat, zo lang is Dunning al klant bij Alfa, dat hem onder meer hielp bij de bedrijfsoverdracht in een VOF en later de herstructurering tot BV. “Alfa heeft ooit administratiekantoor Hendriksen & Kruizinga overgenomen. Meneer Kruizinga deed voor ons de boekhouding. Hij regelde alles voor mijn vader. Alfa is daar toen mee verder gegaan. Eerst Rudi Nijs, ook een superaardige vent, en nu Klaas de Vries. Ik heb Alfa niet heel vaak nodig, maar als er wat is kan ik Klaas bellen en krijg ik meteen antwoord en voor mijn privé administratie heb ik altijd contact met Jeannette van Dijk. Ik kan altijd bij haar terecht voor vragen. Dit waardeer ik enorm.”