Banner

Er zit geld in de grond van het buitengebied in Gelderland en Utrecht

19 juni 2023 | Door:  Henk Overbeek

De provincies Gelderland en Utrecht zijn sinds twee jaar een bijzonder fonds rijker: het Jan Wolleswinkel Fonds. Het fonds financiert initiatieven om het buitengebied leefbaar te houden en te verbeteren. En dat kunnen heel brede initiatieven zijn, van de opstart van een onbemande streekwinkel tot een biogasinstallatie voor mestverwerking. De geldpot is niet oneindig. Maar voorzitter Hans van der Pas van het Fonds mogen er gerust nog wat aanmeldingen voor financiële ondersteuning binnenkomen.

Helemaal nieuw is het Jan Wolleswinkel Fonds niet. De twee provincies kenden al een Gebiedscoöperatie die vergelijkbare initiatieven op gang hielp.  Die samenwerking kwam tot twee jaar terug tot een einde. “De middelen die er nog waren zijn vanuit de coöperatie in het fonds gestopt. Het gedachtegoed van de coöperatie is voortgezet in het fonds en er zijn andere mensen bij betrokken’, zegt voorzitter Van der Pas. Zelf is hij een van die ‘andere mensen’, naast z’n hoofdfunctie als burgemeester van Rhenen. “Ze zochten iemand die de club kon voorzitten, liefst een vertegenwoordiger van een overheidsorgaan binnen het werkgebied. Daarom heb ik ja gezegd.”
Het fonds concentreert zich op het buitengebied in de Gelderse Vallei, de Utrechtse Heuvelrug en de Kromme Rijnstreek. “Je hoeft de krant maar open te slaan om te zien dat het buitengebied enorm in beweging is. Verandering is van alle tijden. Maar het is wel van belang om het leefbaar te houden. Het buitengebied is ook van belang voor de dorpen die eraan liggen. Ook voor de steden. Kijk maar naar functies als recreatie en toerisme.”

Vooral naar voeding kijken

Initiatieven die het milieu minder belasten of zelfs natuurontwikkeling stimuleren hebben een streepje voor. Hans: “Het is een breed terrein dat we financieren. We kijken toch vooral naar voeding, we zitten in de Food Valley. Zo’n initiatief als Pantry bijvoorbeeld: die onbemande streekwinkel brengt boeren en consumenten weer wat dichter naar elkaar.” Op de website staan ook de realisatie van een biogasinstallatie en de turfweiden in Veenendaal. “Ja, die turfweiden zijn een stukje cultuurhistorie. Het laat zien wat er in het verleden is gebeurd in Veenendaal met het turfsteken. Ook zo’n project bevordert weer de leefbaarheid van het gebied. Maar we zijn met veel meer projecten bezig. We mogen er alleen pas over communiceren als er formeel een besluit over is genomen. Maar het mogen er zeker nog meer worden. Via het netwerk, artikelen en presentaties proberen we meer bekendheid te krijgen.”

Lastig middelen te krijgen

Het Jan Wolleswinkel Fonds kan net het zetje zijn om een project wel te laten slagen. "Er zit best wel geld in de markt. Alleen merk je bij dit soort initiatieven dat het lastig is om middelen te krijgen. Banken zijn terughoudend. Wij financieren als ware het eigen vermogen en bewegen met de marktrente mee en aflossing stemmen we op het project af. Zo kunnen projecten toch gerealiseerd worden. 
Doordat het geld uiteindelijk - 'maar dan veel later' - weer terugkomt kan het fonds zichzelf bedruipen. Het huishoudboekje van het fonds ligt mede in de handen van Alfa, als huisaccountant. Een logische keuze, constateert Hans. “Alfa was bij een aantal mensen binnen het fonds goed bekend. Ze opereren ook zelf in het gebied, Alfa is ook goed bekend met de agrarische sector. Ze spreken dezelfde taal. Dat is wel heel makkelijk, ja. Soms heb je weleens dat je denkt: o, gaat het hierover?  En is het handig om een accountant te hebben die zegt: heb je hier of daar aan gedacht? Dat is wel zo prettig."

Niet dé ultieme innovatie

Het zijn uiteenlopende projecten waar het fonds zich over buigt. "Gelukkig bestaat het bestuur uit mensen die gepokt en gemazeld zijn in de ondersteuning van agrariërs. Of die ervaring bij de bank hebben, aan de keukentafel bij agrarische ondernemers hebben gezeten. Die weten wat er speelt en wat er leeft. Die biogasinstallatie bijvoorbeeld was een goed idee, maar lastig te financieren. Het zijn vaak ook technieken die op dit moment best goed zijn maar op de lange termijn wel weer vervangen kunnen worden. Je moet soms de ene innovatie ondersteunen om de andere weer op gang te helpen. Het hoeft niet per se dé ultieme innovatie te zijn.”
Uitnodiging genoeg voor ondernemers met een goed plan voor het buitengebied om in ieder geval eens te kijken op www.janwolleswinkelfonds.nl.