Banner

Wanneer betaal je geen overdrachtsbelasting bij de inkoop eigen aandelen?

21 september 2021 | Door:  Miriam Timmer

‘En hoeveel moeten wij dan aan de Belastingdienst betalen?’ Dat is één van de meeste gestelde vragen als ik met een klant aan tafel zit. Het antwoord op die vraag is niet altijd makkelijk te geven. Ik deel niet altijd de mening van de Belastingdienst. Maar soms delen zij wel mijn mening. Zoals in het geval van vier zussen die overdrachtsbelasting  moeten betalen, toen drie van de vier de aandelen overnamen van een uittredende zus. Hoe zat het precies?

Vier zussen hadden ieder met hun persoonlijke holding een kwart belang in een BV. Deze BV heeft alleen een bedrijfspand dat werd verhuurd aan een derde. Er waren geen andere activiteiten in de BV. De waarde van dit pand in het economische verkeer bedroeg 2.500.000 euro. Een van de zussen wilde geen aandeelhouder in de BV meer zijn. De andere zussen wilden haar aandeel wel kopen, zodat zij ieder met hun persoonlijke holding eenderde belang zouden hebben.

Kan dat niet anders?

In Nederland is overdrachtsbelasting verschuldigd bij de koop van een stuk grond of een pand. In dit geval werd er geen pand of grond gekocht, maar aandelen. Toch is bij de koop van deze aandelen overdrachtsbelasting verschuldigd. Deze aandelen zijn te vereenzelvigen met het pand, omdat de BV alleen het pand in eigendom had en geen andere activiteiten uitvoerde. Dit wordt een fictieve onroerende zaak genoemd. Ook verkrijgingen van fictieve onroerende zaken, waaronder in dit geval de aandelen, zijn belast met overdrachtsbelasting. Het antwoord op de vraag ‘hoeveel moeten wij dan aan de Belastingdienst betalen?’ is 50.000 euro: 8% (tarief 2021) van 625.000 euro (een kwart van 2.500.000 euro). Na dat antwoord moesten de zussen wel even slikken. Kan dat dan niet anders?

Sparren met collega’s

Gelukkig was ik op tijd betrokken bij de transactie. Er was nog tijd om met collega’s te sparren. Ik dacht aan de mogelijkheid om de aandelen in te kopen. Dan koopt de BV zelf het kwart aandelenbelang van de zus die geen aandeelhouder meer wil zijn in. De andere zussen kopen dan geen aandelen. Maar of dit zou werken? Overleg met collega’s leverde geen hoopvolle berichten op. De inkoop van eigen aandelen is, net als bij de koop van de aandelen, in principe een belastbaar feit: de aandelen zijn nog steeds een fictieve onroerende zaak. Mijn antwoord op de vraag ‘hoeveel moeten wij dan aan de Belastingdienst betalen?’ blijft in dit geval in principe dus 50.000 euro.

Belasting niet altijd gewenst

Na lang speurwerk stuitte een collega op een besluit van voormalig staatssecretaris Wiebes. Hij gaf aan dat het heffen van overdrachtsbelasting bij de inkoop van eigen aandelen niet in alle gevallen gewenst is. Onder voorwaarden kan een tegemoetkoming worden verleend voor het bedrag van de verschuldigde overdrachtsbelasting. Dat bood een opening om het bedrag van 50.000 euro belasting te verminderen!

Wel stelde de staatssecretaris onder meer de voorwaarde dat de onderlinge gerechtigdheid van de aandeelhouder(s) tot het vermogen niet wijzigt. Met de term 'gerechtigdheid' wordt bedoeld: het materiële belang bij de waardeontwikkeling van de (fictieve) onroerende zaken, dat de aandelen vertegenwoordigen. Verandert die onderlinge gerechtigdheid wel, dan is het meerdere ten opzichte van de oorspronkelijke verhoudingen belast.

Onderlinge gerechtigheid blijft gelijk

Ik was van mening dat de onderlinge gerechtigdheid van de drie overige aandeelhouders tot het vermogen in de BV niet wijzigt door de inkoop. Voor de inkoop had ieder van de vier zussen een (absoluut) belang van een kwart, met een onderlinge gerechtigdheid van 1:1:1:1. Na de inkoop wijzigt het absolute belang van de drie zussen naar een derde,maar de relatieve onderlinge gerechtigdheid is nog steeds 1:1:1 en daarmee hetzelfde. Volgens het besluit moet niet worden gekeken naar het absolute criterium, maar naar het relatieve criterium. Het besluit had naar mijn mening tot gevolg dat er bij deze inkoop van de aandelen geen overdrachtsbelasting verschuldigd is. Maar was de Belastingdienst het hier ook mee eens?

Bezwaar aantekenen

In het meest slechte geval is 50.000 euro aan overdrachtsbelasting verschuldigd. Na overleg met de zussen heb ik een verzoek ingediend bij de Belastingdienst met een beroep op het besluit. Er was echter voor het passeren van de notariële akte nog geen antwoord. De aangifte overdrachtsbelasting is ingediend en de overdrachtsbelasting is betaald. Wij hebben uiteraard  bezwaar aangetekend tegen de aangifte onder verwijzing naar dat besluit en ons verzoek.

Na vijf maanden kwam het verlossende antwoord. De Belastingdienst kwam geheel aan ons bezwaar tegemoet. Het antwoord op de vraag van de zussen ‘hoeveel moeten wij dan aan de Belastingdienst betalen’ bleek nul!

Miriam Timmer

Miriam Timmer

Senior fiscaal adviseur

088 2531131 | mtimmer@alfa.nl


Meer over Miriam