Banner

‘Business as usual’: kan dat ook een toekomststrategie zijn?

31 maart 2022

Schaalvergroting. Neveninkomsten aanboren. Meer inzetten op natuurbeheer of juist intensiveren. In een tijd waarin van ondernemers wordt verwacht dat ze keuzes maken, is doen wat je altijd deed ook nog steeds een optie. Een reële optie, zoals in het geval van Bas ten Hove. Op z’n veertigste heeft hij een maatschap met zijn ouders, in Marienheen. En dat terwijl uitgerekend melkveedrijf H. ten Hove alle reden heeft om zich over een keuze te buigen. Een kilometer verder begint natuurgebied Boetelerveld, dat de Natura 2000-status heeft. “Ik laat alles maar over me heen komen”, maakt Bas zich op voorhand niet druk.

Met bijna 130 koeien en een melkopbrengst van rond de 1,2 miljoen liter per jaar is het een bedrijf dat model kan staan voor veel andere. Twintig jaar terug kwam Bas erbij, met volle overtuiging. “Ik wilde al van kind af aan boer worden. Er is nooit iets anders ter sprake gekomen. Ik ben na de middelbare landbouwschool en de bedrijfsopleiding rundveehouderij in het bedrijf gekomen. Het is toch het stuk vrijheid dat je hebt, de mogelijkheden om te kunnen ondernemen. Ja, met die vrijheid is het door alle regelgeving wel een stuk minder geworden. Maar aan de andere kant: tien jaar terug kregen we de melkrobots, dat heeft weer een ander stuk vrijheid opgeleverd. Voorheen waren we vijf een half uur op een dag aan het melken.”

Futureproof bedrijf

Zijn intrede in de maatschap is gepaard gegaan met de nodige vernieuwingen, somt Bas op. “We zijn van vier en een halve ton melkquotum naar ruim een miljoen gegaan. We hebben er vijftien hectare grond bijgekocht, we hebben geïnvesteerd in een mestsilo, een sleufsilo en die melkrobots, er is een stal bijgekomen. Met zonnepanelen op het dak zijn we net niet zelfvoorzienend. Maar futureproof zijn we zeker. We hebben een bedrijf dat dusdanig staat dat we geen investeringen meer hoeven doen. We hebben een ruime vergunning, we zouden zelfs nog iets meer koeien kunnen plaatsen, en we hebben een NB-vergunning.”

Dierwelzijn

Ook op het gebied van dierwelzijn heeft Bas stappen gezet. “Ze staan hier op stal, maar we hebben wel koematrassen, borstels en dat soort dingen. We hebben geen officiële Maatlatstal, maar wel de afmetingen ervan. En kalfjes gaan bij de fase naar melk geven eerst nog een tijdje op stro om de overgang zo soepel mogelijk te laten gaan.” Arbeid wordt straks misschien lastiger, als zijn ouders ermee stoppen erkent hij. “Dat is ook de reden dat ik niet naar een derde robot toe wil. Dan ga ik niet meer verdienen maar ik ga er wel meer voor werken. Dan kan ik beter voor één, twee dagen in de week iemand erbij nemen. Twaalf jaar terug heeft mijn vader een ongeluk gekregen, waardoor hij drie jaar lang bijna niks heeft gedaan. Toen heb ik wel ervaren dat je het niet te gek moet maken als je het allemaal alleen moet doen.”

Weidegang

Ook zijn ouders - vader is 74, moeder 72 - werken nog beiden mee in het bedrijf. Zij bouwen hun werkzaamheden langzaam af, zodat er steeds meer werkzaamheden voor Bas overblijven. Bas: “Met deze bedrijfsgrootte is groeien in melkproductie geen doel. Met de huidige marktprijzen en plannen van de overheid is extensivering een optie, als er grond beschikbaar is. Maar grond vind je niet in de omgeving. We hebben nu 67,5 hectare, waarvan 44 hectare in eigendom. We hebben een huiskavel van 8,5 hectare. Met tien koeien per hectare kunnen we niet aan de vereisten voor weidegang voldoen. (Lachend) Maar dan hoef ik ook niet aan al die regeltjes over weiden van de melkfabriek na te denken!”

Weer serieus: “Op termijn zie ik daardoor wel een achterstand ontstaan. Ik verwacht bij beweiding dat het vetgehalte misschien 0,2% daalt, wat al gauw 0,6 cent kost. Het eiwit kan ook weleens licht dalen, wat ook 0,3 cent per kg melk kost. De melkproductie zal niet stijgen. Verder moet er worden geïnvesteerd in voerautomaten om meer vrije tijd bij de melkrobots te krijgen. Als er dan ook elke twee weken in de zomer gemaaid en bemest moet worden voor goed weidegras, moet ik ook arbeid inhuren. Dat lukt me niet met 1,5 cent weidemelktoeslag. En nu helemaal niet met 0,35 cent. Maar bij PlanetProof praat je ineens over twee, drie cent per liter. Dan wordt het anders. Het enige wat nodig is, is minimaal 5% extensief kruidenrijk grasland.” Verder voldoet het bedrijf aan de voorwaarden en scoort het met 963 gram CO2 op topniveau.

Tabel 1: Cijfers Melkveebedrijf H. ten HoveBron: BAS-rapport

Een van de piekbelasters

Anders zou het ook kunnen worden als de overheid werk gaat maken van de plannen die er zijn met de agrarische sector. Met een bedrijf aan de rand van een Natura 2000-gebied realiseert Bas zich dat hij in de spreekwoordelijke vuurlinie zit. Hij haalt er zijn schouders over op. “Ik denk dat we hier zelfs een van de piekbelasters zijn. Maar ik laat het maar langs me heen gaan. Vandaag is het zus, morgen is het zo. Het duurt allemaal lang voordat er een keer duidelijkheid is. Je denkt er weleens aan, maar je kunt helemaal niks. In het ergste geval moeten we weg. Maar op dit moment is er niets concreets en hopen we hier te kunnen blijven. Er zijn amper nog bedrijven te koop. In het verleden kon je hier een hectare verkopen en er 2,5 in het noorden voor terugkopen. Nu nog maar 0,8.”

Hij betwijfelt of de plannen die er liggen nog altijd op maatschappelijk draagvlak kunnen rekenen. Bas: “Het is oorlog in Oekraïne nu. Als er één positief ding voor ons uitkomt is dat Europa inziet hoe belangrijk het is om zelfvoorzienend te zijn op het gebied van voedsel, hoe belangrijk voedselveiligheid is. Ik verwacht dat de scherpe randjes wel een beetje van de discussie afgaan.”

Bewust bezig met de kostenkant

Zelf stuurt hij het bedrijf vooral op gevoel. “Ik houd de stand van de rekening-courant en het krachtvoerverbruik wel in de gaten, maar ik kijk er niet in het extreme naar. Ik ben wel heel bewust bezig met de kostenkant. Veel te sturen in de bedrijfsvoering is er eigenlijk niet.” Ook senior bedrijfsadviseur Evert Hekman van Alfa houdt de cijfers scherp in het oog. Bas: “We kennen Evert al een jaar of vijftien. We zijn destijds zelfs met hem meeverhuisd. Hij heeft ons bedrijf aardig in beeld. We zijn een beetje hetzelfde, in de manier waarop we denken en doen. En Evert is ook heel attent. Als er wat is belt hij ons op: heb je hier- of daaraan gedacht, er gaat een regeling open die misschien interessant is voor jullie. Daar hou ik van, om mensen om me heen te hebben die meedenken en je vooruit willen helpen.”

Naast de kostenkant is Bas niet bang om te investeren in beter ruwvoer. Om veel ruwvoer van goede kwaliteit te winnen gebruikt hij compost, vernieuwt regelmatig de grasmat of voegt toe water bij het mest uitrijden. “Daarmee konden we afgelopen jaar 14 ton droge stof gras oogsten en halen we 67% van het benodigde eiwit van eigen land.”

Springpaarden fokken

Op het melkveebedrijf aan de Schoonheetenseweg staan ook een paar springpaarden, voor de fok. “Zowel aan mijn vaderskant als aan mijn moederskant zitten paarden wel in de familie. Ik heb vroeger ook gereden. Het fokken vind ik mooi. Je komt met heel veel verschillende mensen in contact, in alle lagen van de bevolking. Voor nu is het een hobby, maar ik het liefst dat het ook winstgevend gaat worden in de toekomst. Dat zou nog meer plezier geven.”

Ook hier is Bas niet bang om extra te investeren. Twee jaar terug heb ik een veulen gekocht van een van de betere merrielijnen van de wereld. Daar wil ik mee gaan spoelen, de embryo’s eruit halen en bij draagmoeders inbrengen. Ja, dat vind ik belangrijk, dat je er iets naast doet. De wereld is groter dan je erf alleen. Nadat ik van school kwam heb ik gereisd en veel van de wereld gezien. Dat reizen mis ik nu wel. Misschien over twintig jaar weer, als ik het rustiger aan kan doen.”