Update 16 mei - Van Dam gaat in beroep

Staatssecretaris Van Dam schrijft op 12 mei 2017 in een brief aan de Tweede Kamer dat de Staat in hoger beroep gaat tegen het vonnis van de voorzieningenrechter van 4 mei 2017 in een aangespannen kort geding van zes combinaties van veehouders. De rechter heeft geoordeeld dat de regeling Fosfaatreductieplan 2017 niet van toepassing is op de eisende partijen. De rechter concludeert weliswaar dat de regeling is voorzien bij wet en dat het algemeen belang voldoende is onderbouwd. Hij constateert echter ook dat op de eisers een onevenredige last wordt gelegd ten opzichte van andere melkveehouders. In de vonnissen gaat de rechter er van uit dat alle eisers op de peildatum 2 juli 2015 onomkeerbare investeringen hadden gedaan in grond of stallen en dat zij hun veestapel nog niet op de op die investeringen afgestemde omvang hadden gebracht.

Van Dam heeft besloten om een (spoed)appèl in te stellen (lees: hoger beroep) met de volgende redenen:

• Dat de regeling disproportioneel uitpakt voor de eisende melkveehouders is aanvechtbaar
• De regeling was voor de eisers voorzienbaar
• De staat is er niet van overtuigd dat de onomkeerbare financieringsverplichtingen – als gevolg van de regeling – niet nagekomen kunnen worden

Het spoedappèl kan tot 1 juni 2017 ingesteld worden. Zolang hier niet op is beslist, geldt het vonnis en blijft de regeling ten aanzien van de 52 eisers buiten toepassing. Voor de overige bedrijven blijft de regeling onverminderd van toepassing. Als het appèl met spoed wordt behandeld kan er in augustus een uitspraak worden verwacht.

Jongveegetal

Naast zijn reactie op de uitspraak van de rechter gaat Van Dam ook in op het ‘jongveegetal’ wat op 28 april is geïntroduceerd. Hierdoor is het draagvlak voor het Fosfaatreductieplan onder druk komen te staan wat niet bijdraagt aan de sectorale doelstelling om de fosfaatproductie te verminderen om derogatie te behouden. Dit belang blijft onverminderd van kracht! De Staatssecretaris heeft de sectorpartijen uitgenodigd om op korte termijn de mogelijkheden van een alternatieve invulling van het jongveegetal te onderzoeken.

Beschikking geldsom vanaf 29 mei

De eerste beschikking over de maanden maart en april, de eerste periode van de regeling, wordt naar verwachting vanaf 29 mei verstuurd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat melkveehouders deze omstreeks 15 mei zouden ontvangen. De beschikking is een officieel besluit van de overheid, waarin de te betalen of te ontvangen bedragen staan vermeld. Ook zal uit de eerste beschikking blijken of de eventuele aanmelding voor de knelgevallenregeling (o.m. dierziekte, ziekte of overlijden ondernemer) is gehonoreerd. Op de beschikking staat het logo van de zuivelonderneming, omdat de zuivelonderneming de fosfaatreductieregeling namens EZ uitvoert.  De bedragen worden begin juni, met het melkgeld van de maand mei, verrekend.

Bezwaar?

Het is raadzaam om de beschikking goed te controleren. Mogelijk zitten er nog fouten in de gegevens die voor de berekening zijn gebruikt. Ook kan het gebeuren dat geen rekening is gehouden met bedrijfsoverdrachten die na 2 juli 2015 hebben plaatsgevonden. De Alfa-adviseurs kunnen u helpen bij deze controle. Als de beschikking niet juist is, zal er bezwaar bij RVO gemaakt moeten worden. Uw zuivelonderneming kan verzocht worden om een eventuele inhouding op uw melkgeld op te schorten. Ook als u vindt dat u onevenredig benadeeld wordt door de regeling als gevolg van investeringen vóór 2 juli 2015, dan bespreken wij met u de mogelijke vervolgstappen.