Banner

Regeling Fosfaatreductieplan melkveehouderij 2017 gepubliceerd

17 februari 2017 | Door:  Hans de Bie

Het kabinet heeft in 2016 besloten om de Algemeen Verbindende Verklaring (AVV) beperkt in te zetten en niet voor private doeleinden toe te passen wat de motivatie was voor de ministeriele regeling. In de afstemming met Brussel kwamen enkele aandachtspunten naar voren zoals een robuuste regeling en inbedding in juridische regelgeving. Hierdoor is het fosfaatreductieplan geheel omgezet in een juridische regeling voor alle bedrijven met rundvee.

Op 16 februari 2017 heeft Staatssecretaris Van Dam de regeling ondertekend, waarmee de regeling juridisch is vastgesteld. De regelingstekst is vrijdag 17 februari 2017 in de Staatscourant gepubliceerd en formeel van kracht en zal op 1 maart 2017 van start gaan. Het fosfaatreductieplan is één van de maatregelen uit het fosfaatreductiepakket, dat tot doel heeft de fosfaatproductie in Nederland voor het eind van 2017 terug te brengen tot het niveau dat is afgesproken in de derogatiebeschikking.

Om te voorkomen dat de derogatie in 2017 wordt ingetrokken, moet Nederland het maatregelenpakket fosfaatreductie 2017 uitvoeren en moet uit de monitoring blijken dat de maatregelen voldoende effectief zijn om de benodigde fosfaatreductie in 2017 te realiseren. Een voortzetting van derogatie vanaf 2018 is alleen mogelijk onder voorwaarde dat het maatregelenpakket 2017 voldoende effectief blijkt om te voldoen aan de Europese regels.

Doelgroep

Het reductiedoel is de GVE referentie op 2 juli 2015 minus 4% waarbij de korting niet van toepassing is voor de grondgebonden bedrijven. De regeling geldt voor alle bedrijven met vrouwelijk rundvee waarbij de basis voor de GVE berekening is vastgesteld op 1 GVE voor een koe, 0,53 voor een pink en 0,23 voor een kalf. Bedrijven die geen melk produceren en minder dan 5 runderen houden zijn vrijgesteld van de regeling evenals de zuivere vleeskalverenbedrijven.

Reductiedoelstelling

De reductiedoelstelling is opgebouwd in de volgende verminderingspercentages:

Het doelstellingsaantal voor melkleverende bedrijven is het aantal GVE’s dat op 1 oktober 2016 in het I&R-systeem geregistreerd stond, verminderd met het gestelde reductiepercentage. De vaststelling van de percentages voor de periodes 3 t/m 5 worden op de laatste dag van de voorgaande periode bekend gemaakt.

Er wordt geen garantie gegeven voor de maximale krimp van 20% bij ondernemers die tijdig verminderen!

Boete

Indien niet wordt voldaan aan de gestelde vermindering wordt, voor melkproducerende bedrijven, een boete opgelegd van € 240,- over het gemiddelde aantal runderen in de betreffende maand verminderd met het referentieaantal. De boete wordt verrekend via de zuivelfabriek.

Voor de niet melkproducerende bedrijven met vrouwelijke runderen geldt een boete van € 480,- over het gemiddeld aantal runderen in de tweede maand van de betreffende periode verminderd met het aantal runderen dat op 15 december 2016 werd gehouden. Bedrijven die na 15 december 2016 maximaal 2 runderen hebben aangevoerd zijn de boete niet verschuldigd. De boete wordt verrekend via RVO.

Solidariteitsheffing

Bedrijven die wel voldoen aan de gestelde verminderingspercentages maar nog boven de referentie van 2 juli 15 (minus 4%) zitten, betalen een solidariteitsheffing. De solidariteitsheffing bedraagt € 56,- over het gemiddeld aantal runderen in de betreffende maand verminderd met het referentieaantal.

Bonus

Bedrijven waarbij het gemiddeld aantal runderen in de betreffende maand lager is dan het referentieaantal ontvangen een bonus. De bonus wordt berekend over het verschil tussen het referentieaantal en het gemiddeld aantal runderen in de betreffende maand. De bonus bedraagt  € 60,- in de maanden mei t/m augustus en € 150,-  in de maanden september t/m december.

In- en uitscharing

Als een ondernemer aan kan tonen dat hij op 2 juli 2015 vee had uitgeschaard, heeft hij de mogelijkheid om zijn referentieaantal te verhogen in de periode maart/apr en november/december  2017. Mits het uitgeschaarde vee ook in 2015 weer terugkeerde op het bedrijf en de inschaarder instemt met verlaging van zijn referentieaantal in die perioden.

Overname

Als een melkveehouder aantoont dat na 2 juli 2015 een beëindigd bedrijf is overgenomen, kan het referentieaantal worden verhoogd met het referentieaantal van het beëindigde bedrijf. Bij gedeeltelijke overname kan het referentieaantal naar rato worden verhoogd.

Bijzondere omstandigheden

Als een melkveehouder aantoont dat het referentieaantal minimaal 5% lager is door bouwwerkzaamheden, diergezondheidsproblemen, ziekte vee, ziekte of overlijden van persoon of vernieling kan het referentieaantal worden bepaald aan de hand van het aantal runderen dat voor intreding van deze omstandigheden is geregistreerd. Dit geldt ook voor een niet-producerend melkveebedrijf maar dan voor de referentie op 15 december 2016.

Wat kan Alfa voor u betekenen?

Heeft u aanvullende vragen? Aarzel niet om contact met ons op te nemen. Als adviseur hebben we de kennis en de adviseurs in huis om u verder te helpen. En u weet, met 31 vestigingen zijn we overal dichtbij.

Hans de Bie

Hans de Bie

Marktmanager Food & Agri

088 253 1015 | hdebie@alfa.nl


Meer over Hans