Geen fictief loon voor de buitenlandse dga

30 november 2016 | Door:  Jasper Gorter

Directeur-grootaandeelhouders (dga’s) moeten een minimumloon van hun BV ontvangen. Hiervoor is de fictiefloonregeling in het leven geroepen. Door een beslissing van de Hoge Raad werkt die regeling niet goed als de dga buiten Nederland (en buiten België) woont.

Fictief loon

De zogenoemde fictiefloonregeling schrijft voor dat een dga een bepaald ‘minimumloon’ van zijn of haar BV moet ontvangen. Ontvangt de dga minder dan dat bedrag, dan wordt voor de belastingheffing toch uitgegaan van een fictief hoger loon. De regeling is bedoeld om te voorkomen dat de dga oneigenlijk voordeel kan behalen door zichzelf geen of een laag loon te betalen. Bij een laag loon zijn bijvoorbeeld minder premies verschuldigd en kan wellicht aanspraak worden gemaakt op toeslagen.

Belastingverdrag

Ook als de dga buiten Nederland woont wil Nederland de regeling toepassen. Dat kan onder omstandigheden ook, maar het belastingverdrag (tussen Nederland en het woonland) moet dat wel toelaten. De Hoge Raad heeft beslist dat daarvoor de woonstaat van de dga expliciet akkoord moet zijn gegaan met toepassing van de regeling. De praktijk is echter dat de regeling niet ter sprake komt bij onderhandelingen over een belastingverdrag. Alleen bij de besprekingen met België kwam de regeling aan de orde. Daardoor kan de fictiefloonregeling worden toegepast als de dga in Nederland of in België woont, maar niet als de dga in een ander land woont.

Gevolgen

Het arrest kan gevolgen hebben voor buiten Nederland (en België) wonende dga’s van een in Nederland gevestigde vennootschap. Nederland mag in die situatie namelijk niet heffen over eventueel fictief loon. Dat geldt ook voor verstreken jaren, mits de bezwaartermijn van de belastingaanslag nog niet verstreken is. Over ‘gewoon’ loon, dat daadwerkelijk wordt uitbetaald, mag Nederland onder omstandigheden overigens wel heffen.

Vragen?

Met 30 vestigingen zijn we overal dichtbij.