Banner

Echte doorzetters telen cranberry’s op Texel - IslandBerry

28 oktober 2021 | Door:  Erik Koster

De cranberry is een populaire, zeer gezonde bes, die Nederland grootschalig importeert uit Amerika. Waarom? De zeer beperkte groep cranberrytelers die ons land rijk is, kan de forse binnenlandse vraag naar cranberry’s volstrekt niet aan. Jan en Jantina Buijs behoren met hun Texelse bedrijf IslandBerry tot die groep telers. Zij ontdekten echter al snel dat er heel wat bij komt kijken om cranberry’s succesvol te telen. Dat verhaal delen zij via hun kenniscentrum en tijdens rondleidingen ook graag met anderen.

Jan Buijs: “Waar onze liefde voor de cranberry vandaan komt? Ik kwam altijd al veel op Terschelling, waar ze in het wild groeien in de duinen. Dat heeft me altijd gefascineerd, in de zin van: kan ik daar bedrijfsmatig niet iets mee beginnen? Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om de slag van idee naar bedrijf te maken en zijn we op Texel gestart met ons bedrijf IslandBerry. Een logische keuze, omdat dit aansluit bij de werkzaamheden van ons (agrarisch) adviesbureau en we ons daar ook wilden settelen.”

Vierledig verdienmodel

Jantina en Jan hebben vanaf het begin met een brede blik gekeken naar de mogelijkheden van hun bedrijf. Ze wilden niet alleen teler zijn, maar ook hun kennis en ervaring met de cranberryteelt delen. Daardoor rust hun bedrijf vandaag de dag op vier poten:

  1.  Cranberryteelt op de traditionele manier in de volle grond, met daarnaast een innovatieve vorm: de hangende teelt (vertical farming);
  2.  Zelf opkweken van cranberryplanten voor de particuliere markt;
  3.  Organiseren van rondleidingen, events met proeverijen en diners;
  4.  Het kenniscentrum van IslandBerry, waarin alle kennis over cranberryteelt wordt samengebracht, waar lezingen worden gegeven en waar onderzoek wordt gedaan. 

Lastige plant

In de eerste bestaansjaren van hun bedrijf is er veel gepionierd en gebuffeld, erkennen Jantina en Jan. Jantina: “De cranberry vraagt om een heel specifieke aanpak. Het is geen gewoon landbouwgewas, we moesten dat echt in de vingers zien te krijgen.” Jan vult aan: “Wanneer je cranberry’s in de volle grond plant, heb je in de eerste jaren na aanplant veel last van onkruid, omdat de cranberry zich makkelijk laat verdringen. Voor ons was dat het begin van een zoektocht: hoe gaan we daar het beste mee om? We hebben daarvoor uitgebreid geëxperimenteerd. Zo hebben we het land gedurende twee maanden onder water gezet tijdens de winterperiode. Ook hebben we beweiding met schapen uitgeprobeerd, onkruiddoeken ingezet en maaibeheer toegepast. Inmiddels is ons cranberryveld tien jaar oud en de cranberryplanten hebben nu echt wel de overhand. De cranberryplant wordt in de loop der jaren namelijk steeds sterker, waardoor onkruid geleidelijk minder kans krijgt. En door daarnaast te kiezen voor een innovatieve teeltmethode op stellingen, in een kas, hebben we het onkruidprobleem ook op een andere manier getackeld.”

Experimenten met veenmos

De cranberryteelt is vanuit meerdere invalshoeken interessant. Zo ligt er een maatschappelijk probleem met betrekking tot de bodemdaling in veengebieden, waardoor veeteelt op die gronden steeds lastiger wordt. Jan: “Daarom zijn we nu aan het onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om cranberry’s te telen op die plekken. En ja, ook daar speelt de onkruidproblematiek. Een student biologie van AERES Hogeschool doet hier nu onderzoek naar bij ons. In ons kenniscentrum simuleren we op wat grotere kweektafels de situatie uit het veengebied, waarbij we veenmos tussen de cranberry’s laten groeien. Hierdoor ontstaat er als het ware een soort veenmosdeken, die de opgroei van ander onkruid en gras tegengaat. Nog belangrijker voor ons is onderzoek naar mycorrhiza. Mycorrhiza (bepaalde schimmel) is heel belangrijk voor de cranberryplant. De symbiotische relatie tussen de plant en de schimmel zorgt ervoor dat de plant een groter wortelbereik krijgt, waardoor deze beter voedingsstoffen en vocht kan opnemen. De schimmel krijgt daarvoor als ‘beloning’ glucose van de cranberryplant. In Nederland hebben we geen last van ziekteaantastingen in de cranberry’s. 

Samenwerking met landgoed

Jantina en Jan werken samen met Landgoed De Bonte Belevenis, dat op hetzelfde terrein gevestigd is. Jantina: “We hebben samen overleg over de producten waarin onze cranberry’s verwerkt worden. Als we allebei content zijn met een ontwikkeld product, sluiten we daar – ook per product – een productovereenkomst voor af en komt ons logo erbij op. Die producten (likeur, bier, thee, enzovoorts) vinden hun weg dan weer via hun winkeltje en webshop. Maar het mooie is gewoon dat alles wat er gebeurt, vanaf de kweek tot en met de verkoop, plaatsvindt op één terrein. Er is dus geen sprake van tussenhandel, die er normaliter met de winst vandoor gaat.” Naast het contact met het landgoed, onderhouden Jantina en Jan ook contact met de andere cranberrytelers op Nederlandse bodem. “We wisselen ervaringen met elkaar uit en houden elkaar op de hoogte. De komende maand gaan we ook weer twee andere bedrijven bezoeken; overal leer je wat van! De markt is zo ruim, dat we geen concurrenten van elkaar zijn; je hoeft echt niet bang te zijn dat je je bessen niet kwijt kunt.”

Vooruitblik

De zeer ruime markt voor Nederlandse cranberrytelers zou een enorme prikkel kunnen zijn om onstuimige groei na te streven. Daar denken Jan en Jantina niet aan. Jantina: “Wij willen groeien naar binnen. We proberen alles zo optimaal mogelijk te hebben en te doen. Dat vinden we heel belangrijk. Je moet er eerst voor zorgen dat je alles met het veld, de kas en de zaken eromheen goed in de vingers hebt. Dit is nu eenmaal geen teelt waarin je met grote laarzen grote stappen kunt maken. Je moet alle stappen goed overdenken. Sla je in je haast of brandende ambitie een stap over, dan ga je vaak gelijk weer zes stappen terug.” Jan: “We hebben dus niet de ambitie om over vijf jaar hectares vol cranberry’s te hebben. Het gaat ons vooral om de kwaliteit en de voorbeeldfunctie, vandaar ook de rondleidingen en het kenniscentrum."

Contact met Alfa

Alfa maakt de jaarrekening op voor IslandBerry, verzorgt de IB-aangifte en geeft fiscaal advies. Erik Koster, klantbeheerder bij Alfa Heerhugowaard, is sinds een aantal jaren de vaste contactpersoon voor Jan en Jantina. “We hebben een supergoed contact met hem, we zijn erg blij met Erik. Hij heeft ons altijd geholpen. Op een gegeven moment waren we al volop bezig met de cranberry’s, maar kenden we toch ook nog wel momenten van twijfel; moesten we dit wel doorzetten? Erik heeft toen vastberaden gezegd: ‘Dit heeft potentie’. Dat vonden we toen ontzettend fijn om te horen. Hij heeft ons als accountant niet afgeremd, maar juist gestimuleerd! Zijn opmerking is voor ons dan ook een extra stimulans geweest. En een welkom tegengeluid ten opzichte van anderen, die eerst dachten dat het nooit wat zou worden met ons bedrijf."

Kringlooplandbouw


Het Ministerie van LNV heeft IslandBerry op de website platformkringlooplandbouw.nl opgenomen, als voorbeeld en inspiratie voor andere agrarische bedrijven die kringlooplandbouw willen implementeren. Jan Buijs: “Dat vinden we leuk en daar zijn we trots op! Inmiddels werken we nagenoeg circulair. Zo kweken we van snoeimateriaal ons eigen plantmateriaal en produceren zelf onze aanplantplantgrond. Het watergebruik is zeer efficiënt met gefilterd regenwater waarbij we bovendien met zonnepanelen de energie opwekken voor ons bewateringssysteem. Voorts gebruiken we uitsluitend natuurlijke hulpstoffen zoals schimmelcultures (mycorrhiza) en natuurlijke bemestingspreparaten van plantaardige reststromen. Alles gebeurt hier ook op één erf. Van kweken en telen tot verwerking en verkoop. We zitten samen met het bedrijf dat de bessen verwerkt op dezelfde locatie.”

Bezoek de website van IslandBerry.