Banner

Auto en fiets van de zaak in 2023

30 januari 2023

In 2023 verandert er niets in de bijtelling voor nieuwe auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 0 gram per kilometer. Deze blijft, net als in eerdere jaren, gehandhaafd op 22 procent. Wel gaat de bijtelling voor de elektrische auto veranderen. Lees over de auto, maar ook over de fiets van de zaak in dit artikel.

Meer bijtelling elektrische auto

De bijtelling voor de volledig elektrische auto in 2023 is 16 procent voor het deel van de catalogusprijs tot € 30.000. In 2022 gold dit percentage nog tot € 35.000 van de catalogusprijs. Voor een auto die duurder is dan € 30.000, geldt een bijtelling van 22 procent over het meerdere.

Hoe de verhoging voor 2023 uitwerkt, hebben wij hieronder met een voorbeeld toegelicht. Een werknemer heeft een elektrische auto met een catalogusprijs van € 90.000. De bijtelling tot een catalogusprijs van € 30.000 bedraagt 16 procent en 22 procent over de resterende € 60.000, oftewel € 18.000 per jaar. In 2022 zou dezelfde werknemer 16 procent bijtelling betalen over € 35.000 en 22 procent over de andere € 55.000, oftewel € 17.700. Dit is een verschil van € 300 per jaar.

Verdere stijging bijtelling

De bijtelling voor elektrische auto’s blijft in 2024 gelijk en gaat in 2025 nog een keer omhoog (zie onderstaande tabel). Vanaf 2026 geldt voor een elektrische auto de reguliere bijtelling van 22 procent. Deze wordt toegepast over de volledige catalogusprijs.

De bijtelling wordt vastgesteld voor 60 maanden, geldend vanaf de eerste maand na de maand waarin de auto voor het eerst is toegelaten. Na afloop van de 60 maandentermijn wordt voor de volledig elektrische auto per jaar bezien of sprake is van een kortingspercentage volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving.

De aftopping van het bijtellingspercentage van 16 procent voor de cataloguswaarde boven € 30.000 (2023) geldt niet voor auto’s op waterstof of zonne-energie.

Gevolgen voor auto’s uit 2018

Voor auto’s uit 2018 zal in de loop van 2023 de 60 maandenperiode verstrijken. Dit betekent dat auto’s die in 2018 voor het eerst op kenteken zijn gezet, in de loop van 2023 mogelijk met een nieuwe bijtelling te maken krijgen (als de kentekenregistratie pas in december 2018 plaatsvond, is dit pas per 1 januari 2024).

CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit

Het ‘ontwerpbesluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit’ is vanuit het klimaatakkoord opgesteld. Het doel is om met deze regeling één megaton CO2 minder uit te stoten in 2030. Jaarlijks dienen werkgevers te rapporteren aan de overheid over het totaal aantal zakelijke kilometers en woon-werkkilometers van werknemers en het type brandstof voor die reizen. Blijkt dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt, dan zou er een verplichte norm kunnen komen voor uitstoot voor zakelijke kilometers. Woon-werkverkeer valt daar niet onder.

De verwachte ingangsdatum voor deze regeling is 1 juli 2023. Dat betekent dat werkgevers alleen over de tweede helft van 2023 gegevens over de personenmobiliteit moeten verstrekken. Deze verplichting is alleen van toepassing voor werkgevers met minimaal 100 werknemers. Over de wijze van registratie volgt nog nadere regelgeving.

Fiets van de zaak

Voor een ter beschikking gestelde fiets die ook privé kan worden gebruikt, moet jaarlijks 7 procent van de consumentenadviesprijs als loon worden aangemerkt en belast. Dit geldt ook als de werkgever de fiets leaset en ter beschikking stelt of als de werknemer de fiets zelf leaset en alle kosten vergoed krijgt.

De fietsregeling geldt alleen bij het ter beschikking stellen van een fiets. Dit betekent dat de fiets eigendom blijft van de werkgever (of leasemaatschappij bij een leasefiets) en de werknemer de fiets alleen mag gebruiken. Bij het einde van het dienstverband moet de fiets dan ook worden ingeleverd of door de werknemer worden overgenomen.

Als de werknemer de fiets na verloop van tijd overneemt, mag de werkgever wat betreft de overnameprijs uitgaan van de prijs bij aanschaf minus een afschrijving van 20 procent per jaar. Dit betekent dat de fiets na vijf jaar gratis door de werknemer kan worden overgenomen, waardoor ook de bijtelling niet meer van toepassing is.

Cafetariaregeling

Je kunt de fiets ook onderdeel uit laten maken van een cafetariaregeling en deze uitruilen tegen brutoloon. Desgewenst kun je de bijtelling ook onderbrengen in de werkkostenregeling. Hiermee behaal je als werkgever mogelijk nog een extra voordeel, omdat je dan geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd bent.

Betaling aan derden, accessoires en fietsverzekering

Betalingen aan derden komen niet in mindering op de bijtelling, maar kun je wel onbelast vergoeden. Dat geldt ook voor de kosten van elektra als de werknemer de elektrische fiets thuis oplaadt.

Het vergoeden of verstrekken van accessoires die verband houden met een ter beschikking gestelde fiets is onbelast. Het gaat dan bijvoorbeeld om een extra slot of het vergoeden van reparatiekosten. De accessoires leiden ook niet tot een hogere bijtelling.

Het bovenstaande geldt ook voor een fietsverzekering. De Belastingdienst gaat er namelijk van uit dat het hier intermediaire kosten betreft, aangezien de fiets eigendom is van jou als werkgever.

Regenpak

De Belastingdienst meldt dat het vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen van een regenpak in beginsel wel belast is en dat u dit kunt voorkomen door het regenpak onder te brengen in de werkkostenregeling.

Belastingheffing kun je ook voorkomen door het regenpak ter beschikking te stellen en te laten bedrukken met een bedrijfslogo van minstens 70 cm2, omdat het regenpak dan als werkkleding wordt aangemerkt.

Vragen?

Heb je vragen over de fiscale gevolgen van jouw mobiliteitsbeleid? Neem dan contact op met jouw adviseur van Salaris en Personeel. Hij of zij staat je graag te woord.