Banner

Yoni, een intiem succesverhaal

26 april 2018

Als ze van haar medisch specialist het advies krijgt tampons en maandverband van biologisch katoen te gaan gebruiken, gaat er bij Mariah Mansvelt Beck een knop om. “Op geen enkele verpakking stonden ingrediënten vermeld!” Het is het begin van een succesverhaal. Want acht jaar later verkoopt Yoni haar biologische producten in 850 Albert Heijn-supermarkten. Het buitenland is de volgende stap.

Het voelde als een overwinning, de dag dat Yoni in de schappen van Albert Heijn lag. “We wilden twee dingen met Yoni: dat alle vrouwen het recht hebben om te weten waar intieme producten van gemaakt zijn. En dat die producten op ieder schap staan, niet alleen maar bij gespecialiseerde biologische winkels waarvoor vrouwen moeten omfietsen.” Tot de komst van Yoni wisten maar heel weinig vrouwen waar tampons en maandverband van gemaakt zijn. Mariah: “Zelfs op tandpasta staat wat erin een tube zit. Maar bij intieme producten mag je blijkbaar niet weten waar het van gemaakt is. Terwijl veel vrouwen gevoelig kunnen zijn voor synthetische stoffen zoals plastic en parfum.” Samen met haar vriendin Wendelien Hebly besluiten zij de bio-katoenen variant populair te maken. De twee worden ondernemer. Yoni - Sanskriet voor ‘vagina’ - is geboren. Een crowdfundingcampagne levert niet alleen een startkapitaaltje op, maar ook veel free publicity. “We hebben toen onze eerste bestelling geplaatst en zijn begin 2015 begonnen.”

Etos eerste grote afnemer

Vanaf dat moment gaat het hard. Yoni komt op de schappen van Marqt, hun eerste keten. Etos belt, gealarmeerd door de geslaagde crowdfundingactie. Het klinkt niet als de
doorsnee-startup, die moeite moet doen om op het schap te komen. Integendeel, de twee initiatiefnemers kunnen aan alle kanten op sympathie rekenen. Mariah: “In het begin wil
je alles zelf doen. Maar je komt er al snel achter dat anderen dingen beter kunnen dan jij. Thonik, een bekend designbureau, heeft ons geholpen om onze verpakkingen te
ontwerpen. Zij hebben er zelfs een designprijs mee gewonnen. PricewaterhouseCoopers stelde kennis en kantoorruimte beschikbaar, al zijn we inmiddels verhuisd. Wij mochten ons verhaal doen bij TEDx Amsterdam Women. Nou, ik kan je wel zeggen: als je een TEDx-filmpje stuurt van je idee met de boodschap ‘kijk maar, dit is ons verhaal’, dan komt dat net even lekkerder binnen dan een gewoon mailtje. En via TEDx kwamen we weer aan Clifford Chance, een advocatenkantoor dat ons bijstond bij de keus van onder andere een structuur.”
Tegenwoordig bestaat Yoni niet alleen meer uit Wendelien en Mariah. Het team groeit, en daarmee is Mariahs rol veranderd. “Ik kan en hoef niet meer alles zelf te doen.
Ik ben nu vooral medewerkers aan het coachen, het merk bewaken, Yoni op podia presenteren. Ik kan nu dingen loslaten.”

Inlegkruisje en incontinentielijn

Na Etos volgde de volgende grote afnemer. “In oktober 2015 stonden we op het schap bij Etos. En doordat dat succesvol was, stonden we een jaar later ook in 850 supermarkten van Albert Heijn.” De productie vindt plaats in Duitsland en Italië en verdere plannen zijn in voorbereiding. Mariah: “Dit jaar komen we met een extra inlegkruisje en een incontinentielijn van biologisch katoen. Er is uitdaging genoeg: productie opschalen, investeringen opschalen, marketing opschalen. In Engeland liggen we al in de winkels van Planet Organic, een soort Engelse Marqt-formule in Londen. Via Albert Heijn zijn we in België terechtgekomen, we liggen bij Cactus in Luxembourg en we hebben onze eerste winkels in Frankrijk en Duitsland - al is Duitsland een uitdagende markt.”

B Corp

Toen Yoni een accountantskantoor nodig had, viel de keus op Alfa. “We zochten een accountant die wel groot is, maar als een klein kantoor kan meedenken. Het zijn plezierige mensen om mee samen te werken, bij Alfa. Het is een kantoor met een echte ondernemersgeest. En belangrijk is dat Alfa een B Corp is. Met Yoni zitten we in de laatste fase om het ook te worden. Daar gaat het in de toekomst toch naartoe; dat bedrijven niet alleen maar op de wereld zijn om winst te maken, maar zich inzetten voor het oplossen van grotere maatschappelijke problemen.”