Ondernemer van de maand september: Bureau Kootstra

1 september 2017

Het is officieel hoogzomer, maar niet in de agenda van Bernhard Kootstra. “Mooi natuurlijk die drukte, maar af en toe iets minder druk is ook weleens lekker”, lacht hij. Met het bureau in Dalfsen dat zijn naam draagt is hij gespecialiseerd in alles wat maar met onroerend goed te maken heeft. Van aankoop tot verkoop, van onteigening tot herontwikkeling.

“Eigenlijk alles waarbij de functie van onroerend goed verandert”, vat Bernhard Kootstra zijn werkgebied in negen woorden samen. “Je hebt dan altijd met financiële en juridische aspecten te maken. Of een combinatie daarvan. Dan kom ik in beeld. De zaken die ik het liefst beetpak zijn onteigeningszaken. Toevallig is dit niet een streek waar veel onteigeningsprocedures lopen, maar er zijn in deze regio wel een paar mooie projecten actueel op dit gebied. Overigens beperk ik mij niet tot deze regio alleen.”
‘Onteigeningsdeskundige’ mag Bernhard zich officieel noemen. Maar hij doet meer. Adviseren over bedrijfsverplaatsing bijvoorbeeld, de herontwikkeling van bedrijfspanden of ‘ruimte voor ruimte’: de overheidsregeling om ontsierende bedrijfspanden te slopen in ruil voor een bouwkavel. Ook is hij thuis in planschade, als overheidsmaatregelen de waarmee vermindert van het onroerend goed van particulier of bedrijf.

Onrustig bezit

“Oud-premier Dries van Agt heeft weleens gezegd: onroerend goed is een onrustig bezit”, zegt Bernhard. “Als er iets speelt, kun je het niet zomaar verplaatsen. En dat hoeft niet eens door toedoen van een overheid te zijn, het kan ook de buurman zijn. Ook gaat het niet altijd om een wijziging van een bestemmingsplan waardoor je planschade oploopt. Een voorbeeld: je hebt een goed lopend restaurant bij de afrit van een weg. De overheid besluit de weg aan te pakken en de afrit te laten vervallen. Heeft niets met bestemmingsplannen te maken. Zo gaat het vaak.”

Praten als oplossing

In die gevallen zet hij de expertise in die hij in bijna 30 jaar heeft opgedaan. Eerlijk: “Maar ik heb ook niet overal verstand van. Ik verwijs ook weleens door naar collega’s. En wat ik niet doe is procederen. Wil een opdrachtgever het per se op een procedure laten aankomen, dan kan hij beter een advocaat zoeken.” Bernhard zoekt de oplossing liever in praten. “Er is niets zo vervelend dan een overheid die alleen maar brieven stuurt en verder alles langs zich heen laat gaan. Daar raken mensen gefrustreerd van. Maar ik kan wel merken: als die overheid goed communiceert en ook de menselijke kant meeneemt, zeker als het om wonen of werken gaat, dan kom je het verste. Praten lost veel meer op. Ik zal mijn opdrachtgevers altijd wijzen op de rechten die ze hebben. Maar af en toe moet je mensen ook gewoon uitleggen dat dit de regels zijn, en we in Nederland wetgeving hebben waar we ons aan moeten houden. En dat geldt ook voor de overheid.”

Overheid doet het niet voor niets

Anders wordt het als de overheid naderhand het plan wijzigt, wat hij regelmatig ziet gebeuren. “Dan maak je mensen boos: ‘Ze dreigden anders te  onteigenen en nu ben ik mijn leuke buurtje kwijt.’ Mensen hebben dan het idee dat de overheid hen iets heeft geflikt.”
Is er in zijn vak altijd een bevredigende oplossing? “Niets is zo beroerd als je weg moet voor een ander met je huis of bedrijfspand. Maar als je het gevoel hebt gehad dat je het hele proces in de hand hebt gehad, dat alle aspecten zijn geanalyseerd: ja, dan is er wel de rust. Uiteindelijk doet de overheid het niet voor niets, ingrijpen. De maatschappij moet óók door.”

Vastberadenheid

Voor zijn eigen financiële cijfers is Alfa er. “Het is sowieso handig omdat Alfa ook veel opdrachtgevers heeft die ook mijn opdrachtgevers zijn. En ik herken ook iets van mijn eigen bureau in de aanpak van Alfa. Een soort hartgrondige vastberadenheid om klanten te helpen. Alfa zegt óók tegen die overheid: ja hallo fiscus, u heeft regels gesteld waar wij ons aan moeten houden, maar daar moet u zich ook aan houden. Kijk, ik moet belasting betalen. Maar ik vind het dan wel fijn dat de regels dan goed zijn toegepast. Daar heeft Alfa weer verstand van.”