Banner

Geen natuurvergunningplicht meer voor intern salderen

29 januari 2021 | Door:  Bert Lowijs

Op 20 januari 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat er voor intern salderen geen natuurvergunningplicht meer geldt, als er niet méér gevolgen zijn dan op grond van de referentie is toegestaan. Intern salderen betekent dat een toegestane activiteit op een bepaalde locatie zodanig wordt aangepast, dat de gevolgen hiervan per saldo vermindert of gelijk blijft in vergelijking met de referentiesituatie. In veel gevallen hebben de gevolgen betrekking op stikstofdepositie.

Referentiesituatie

Voor de beantwoording van de vraag of de stikstofdepositie op een bepaalde locatie per saldo vermindert of gelijk blijft, wordt een vergelijking gemaakt van de gevolgen in de referentiesituatie en de gevolgen van het wijzigen hiervan. De referentiesituatie wordt ontleend aan de geldende natuurvergunning of, bij het ontbreken daarvan, aan de milieutoestemming die gold op de referentiedatum. Als nadien een milieutoestemming is verleend met minder gevolgen, dan geldt die toestemming als referentiesituatie. Een referentiesituatie kan niet worden ontleend aan een natuurvergunning of milieutoestemming die is vervallen of verlopen.

De referentiedatum is in veel gevallen 10 juni 1994. Maar het kan ook een latere datum zijn, bijvoorbeeld 24 maart 2000 of 7 december 2004.

Gebruik vergunde capaciteit

Nu voor intern salderen niet langer een natuurvergunningplicht geldt, zijn de provinciale beleidsregels voor intern salderen niet langer van toepassing. Dit betekent dat bijvoorbeeld vergunde, maar niet-gerealiseerde capaciteit zonder beperkingen mag worden gebruikt voor intern salderen. De vergunning mag uiteraard niet vervallen of verlopen zijn. Ook de gemaakte koppeling met het Besluit emissiearme huisvesting is niet langer aan de orde. Deze koppeling verplichtte tot het corrigeren van de ammoniakemissie.

Intrekking natuurvergunning

De Afdeling heeft tevens geoordeeld dat een natuurvergunning niet zomaar kan worden ingetrokken als sprake is van langdurige leegstand en het ongebruikt laten van een vergunning. Alleen als de intrekking de enige passende maatregel is om de dreigende achteruitgang van natuurwaarden te voorkomen, dan heeft het bevoegd gezag de bevoegdheid om de natuurvergunning in te trekken.

Gevolgen voor de praktijk

Het oordeel van de Afdeling kan gunstig uitpakken voor veel lopende procedures en deze mogelijk ook versnellen. Aanvragen om een natuurvergunning, waarbij intern is gesaldeerd en er geen sprake is van een toename van stikstofdepositie, kunnen dus mogelijk worden ingetrokken of vereenvoudigd worden afgedaan.

Als bij een aanvraag omgevingsvergunning voldoende aannemelijk is gemaakt dat met gebruikmaking van intern salderen geen toename van stikstofdepositie is, hoeft het bevoegd gezag geen verklaring van geen bedenkingen meer te vragen.

Enkele kanttekeningen

De uitspraak van 20 januari 2021 lijkt voor ondernemers kansen te bieden. Hierbij worden echter wel enkele kanttekeningen geplaatst.

Het is op dit moment niet duidelijk of de overheid aanleiding ziet om tot een aanpassing van de wet te komen, en gebruik maken van intern salderen laat onverlet de vergunning- of meldingsplicht op basis van de andere wet- en regelgeving. Denk hierbij aan een omgevingsvergunning voor het bouwen of het veranderen van een inrichting of de noodzaak van een melding op grond van het Activiteitenbesluit.

Ondersteuning

Wil je meer weten over de mogelijkheden in jouw persoonlijke situatie? Neem dan contact op met één van onze specialisten. Met ruim 30 kantoren zijn wij overal dichtbij!

Wil je meer weten over het stikstofdossier? Zie Alfa stikstof 

Bert Lowijs

Bert Lowijs

Senior adviseur omgevingsadvies

088 2533061 | blowijs@alfa.nl


Meer over Bert