Banner

Leuk kunnen we het niet maken, langstlevende testamenten en erfbelasting

25 november 2019 | Door:  Silvio Brockötter

Belastingadviseur Silvio Brockötter aan het woord

Onlangs kwam ik in gesprek met Annie, een dame van midden vijftig, waarvan de echtgenoot afgelopen zomer is overleden. Het gemis van haar man was groot, maar gelukkig werd ze aan alle kanten goed gesteund; niet in de laatste plaats door haar twee dochters. Vorige week had Annie een aangifte erfbelasting ontvangen en daarover had ze een aantal vragen.

De belangrijkste vraag was waarom zij een dergelijke aangifte had ontvangen? Zij en haar overleden echtgenoot - overigens gehuwd in algehele gemeenschap van goederen - hadden samen een vermogen met een totale waarde van € 600.000. Op het internet had zij gelezen dat er voor haar een partnervrijstelling voor de erfbelasting geldt van ongeveer 6,5 ton. Mede in combinatie met het aanwezige langstlevende testament was zij daarom in de veronderstelling dat er geen erfbelasting verschuldigd zou zijn. Deze gedachten kwamen voort uit haar veronderstelling dat een langstlevende testament regelt dat zij enig erfgenaam zou zijn, maar meestal (en dus ook hier) is dat niet het geval. In de meeste langstlevende testamenten is bepaald dat de echtgenoot en de kinderen samen erfgenaam zijn. Soms zijn de erfgenamen voor gelijke delen gerechtigd tot de nalatenschap, maar een andere gerechtigdheid is ook mogelijk.

Testament

In het testament van de echtgenoot van Annie stond dat zijn vrouw en de twee dochters ieder voor gelijke delen erfgenaam zijn. Vervolgens is de wettelijke verdeling van toepassing verklaard. Die wettelijke verdeling houdt in dat alle bezittingen van de nalatenschap naar Annie gaan. De dochters krijgen vervolgens een vordering op moeder. Volgens het testament wordt op deze vordering een samengestelde rente bijgeschreven van 6%. Deze zogenaamde “kindsdelen” (en bijgeschreven rente) zijn pas opeisbaar bij het overlijden van Annie óf in een aantal bijzondere situaties, zoals bij opname in een verzorgingstehuis.

Op basis van bovenstaande gegevens was de nalatenschap € 300.000 waard; de helft van de waarde van de huwelijksgemeenschap. De verkrijgingen voor Annie en de dochters waren daardoor ieder € 100.000 waard. Hierover was Annie geen erfbelasting verschuldigd vanwege de hoge partnervrijstelling. De vrijstelling voor de dochters bedraagt € 20.616 per kind, zodat zij ieder over € 79.384 erfbelasting verschuldigd waren. Bij het geldende tarief van 10% bedroeg de totaal verschuldigde erfbelasting € 15.876. Op basis van de wettelijke bepalingen moet Annie deze belasting betalen voor de dochters.

Gelukkig waren er, naaste een eigen woning, voldoende geldmiddelen voorhanden, waardoor betaling van de erfbelasting mogelijk was. Maar dat deed niets af aan het vervelende gevoel van Annie dat zij door het overlijden van haar man nóg een derde keer belasting is verschuldigd. Het gespaarde vermogen is immers tot stand gekomen door het verdiende salaris, welke al belast is met loonheffing. En over het gespaarde vermogen hebben ze ieder jaar ook nog eens inkomstenbelasting in box 3 betaald, terwijl de rente de laatste jaren ook nog eens minimaal was. Ik begreep wel dat dit bij haar leidde tot enige frustratie richting de overheid, welke door haar werd aangeduid met “stelletje boeven”.
Tot mijn geruststelling besefte Annie dat ik slechts degene was die de wetgeving (en het betreffende testament) kwam uitleggen en dat ik het niet had bedacht. Omdat er geen keuzemogelijkheden in het testament van haar man waren geregeld, was de aanslag van ruim 15 mille niet te voorkomen. Wanneer er een modern en flexibel testament was geweest, waren er voor nu overigens wel belastingbesparende maatregelen mogelijk geweest, maar daarvoor was het te laat.

Valse verwachtingen

Zo bleek maar weer eens dat er valse verwachtingen zijn ten aanzien van aanwezige testamenten. Het hebben van een langstlevende testament zegt niets over de inhoud en uitwerking ervan. Er zijn vele soorten langstlevende testamenten. Zelfs wanneer er geen testament aanwezig is, regelt de wettelijke verdeling iets voor de langstlevende echtgenoot. Om fiscale en juridische risico’s en nadelen bij een overlijden te minimaliseren, is het verstandig om de aanwezige testamenten (en eventueel aanwezige huwelijkse voorwaarden) periodiek te laten beoordelen: zijn de bepalingen nog actueel ten opzichte van de wetgeving, de persoonlijke omstandigheden en wensen? Vaak is het beter om die akten aan te passen. En dan hoop ik altijd dat ze vervolgens nog lang niet nodig zijn. Een overlijden blijft vervelend en dan is het des te zuurder dat er onnodig belasting is verschuldigd of zaken juridisch niet goed zijn geregeld.

Wij helpen graag

Heb je vragen over langstlevende testamenten en erfbelasting? Neem dan contact met ons op! We helpen je graag verder. 

Silvio Brockötter

Silvio Brockötter

Fiscaal adviseur

088 2531255 | sbrockotter@alfa.nl


Meer over Silvio