Banner

Wat zijn voor jou de btw-gevolgen van de Brexit?

24 maart 2021 | Door:  Harm-Jan de Boer

Sinds 1 januari 2021 maakt het Verenigd Koninkrijk (VK) geen deel meer uit van de EU. Dat heeft gevolgen voor de btw- en douane-afwikkeling van goederenleveringen. Maar het heeft ook gevolgen voor de dienstensector. Voor de transportsector betekent de Brexit bijvoorbeeld dat gebruik kan worden gemaakt van het gunstige 0%-tarief. Dit zal het geval zijn als wordt vervoerd naar het VK in opdracht van een Nederlandse opdrachtgever. Hoe zit dat en wat verandert er nog meer?

Waar is de btw verschuldigd?

Transportdiensten zijn voor de btw belast in het land waar de opdrachtgever is gevestigd. Als je opdrachtgever in een andere lidstaat is gevestigd, dan is de btw dus in die lidstaat verschuldigd. Dat werkt als volgt: als je voor een Duitse opdrachtgever vervoert, is in Duitsland de btw verschuldigd. Vervolgens hoef je de Duitse btw niet zelf af te dragen, die verleg je namelijk naar je Duitse afnemer. Hoewel je geen btw vermeldt op de factuur, moet je deze omzet wel aangeven in je btw-aangifte en op de zogenaamde ICP-opgave. Deze manier van afwikkelen gold tot 2021 ook voor opdrachtgevers uit het VK.

Transport van en naar het VK

Vanaf 1 januari 2021 wordt het transport van en naar het VK als internationaal vervoer gezien. Internationaal vervoer is het vervoer van en naar derde landen (landen buiten de EU) of tussen derde landen. Het gaat dan bijvoorbeeld om ritten naar Zwitserland. Ook dan is de btw verschuldigd in het land van de opdrachtgever. Anders dan bij vervoer binnen de EU kun je bij internationaal vervoer van het 0%-tarief gebruikmaken. Dat is het geval bij een internationale vervoersdienst met een Nederlandse afnemer.

Let er wel op dat het om vervoer gaat waarbij in- en/of uitvoer een rol speelt. Is de opdrachtgever in een andere lidstaat gevestigd? Dan is de dienst belast in die lidstaat en wordt de btw verlegd naar de afnemer van de vervoersdienst (zie hiervoor onder ‘Waar is de btw verschuldigd’). Als de opdrachtgever niet in de EU is gevestigd, bijvoorbeeld in het VK, dan is de dienst belast in het land van de niet-EU afnemer. Deze buitenlandse omzet hoef je niet meer te verantwoorden in de Nederlandse btw-aangifte of de ICP opgave (zie ook hierna ‘Vervoersdienst in opdracht van een afnemer in het VK’). 

Vervoersdienst in opdracht van een afnemer in het VK

Als je als Nederlandse transportondernemer goederen vervoert voor een opdrachtgever uit het VK, dan is ook vanaf 2021 die dienst belast in het land van afnemer (het VK). Anders dan we gewend zijn, is de btw niet automatisch verlegd naar de opdrachtgever. Maar nog steeds reken je geen btw en je vermeldt op de factuur: no Dutch VAT due according to article 44 and 196 VAT-directive. Mogelijk dat de opdrachtgever in het VK de btw moet afdragen.

Vervoersdienst afnemen van een vervoerder uit het VK

Als je als Nederlandse transportondernemer een vervoersdienst afneemt van een vervoerder uit het VK, bijvoorbeeld uitbesteed vervoer, dan is ook vanaf 2021 deze vervoersdienst belast in Nederland. Als het goed is ontvang je dan een (verleggings)factuur zonder btw. Je zult dan zelf de Nederlandse btw moeten aangeven, onder gelijktijdige aftrek van hetzelfde bedrag.

Teruggaaf btw

Voor btw-tijdvakken vanaf 2021 kun je geen teruggaafverzoeken meer doen van VK-btw. Teruggaafverzoeken over tijdvakken van vóór 2021 kun je nog doen tot 1 april 2021.

Vragen?

Als je na lezen van dit artikel nog vragen hebt, neem dan vooral contact met ons op.  

Harm-Jan de Boer

Harm-Jan de Boer

Btw specialist

088 2531000 | hdeboer@alfa.nl


Meer over Harm-Jan