Maatregelen dga en bv

18 september 2019 | Door:  Jasper Gorter

Als dga krijg je samen met je bv's verschillende tariefsverhogingen voor de kiezen.

 Zo wordt het hoge tarief in de vennootschapsbelasting pas later en minder verlaagd dan vorig jaar is beloofd. Daar staat tegenover dat de belastingheffing over het gebruikelijke loon fors naar beneden gaat. In veel gevallen profiteert de dga met zijn bv's daardoor toch van een lastenverlichting.

Aanpassing tarieven vennootschapsbelasting

Om de lasten van de burgers te kunnen verlagen, gaat het tarief in de vennootschapsbelasting voor winsten vanaf € 200.000 het komende jaar niet omlaag, in tegenstelling tot eerdere plannen. In dit overzicht kun je de wijzigingen in het tarief in één oogopslag zien:

Tip!
Is sprake van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting tussen je bv's, laat dit dan eens kritisch tegen het licht houden. Bij een fiscale eenheid profiteer je maar één keer van het tariefsopstapje in plaats van meerdere keren. Door het vergroting van het verschil tussen het lage en hoge tarief kan verbreking van de fiscale eenheid veel meer voordeel opleveren dan voorheen (in 2020 tot € 17.000 netto). Ga niet over één nacht ijs, bij het verbreken van een fiscale eenheid komt veel kijken.

Aanpassing tarief aanmerkelijk belang box 2

Het tarief in box 2 is nu 25%, maar het tarief wordt verhoogd naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021. De reden was dat de tarieven voor de vennootschapsbelasting zouden gaan dalen. Dat gebeurt nu echter later en ook minder dan vorig jaar is beloofd. De box 2-tariefsstijging blijft echter in stand.

Dit tarief geldt voor voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals het uitkeren van dividend van de bv aan jouw aandeelhouder (dga) in privé. Deze tariefsverhoging ziet ook op reeds bestaande winstreserves die in het verleden zijn ontstaan in de bv.

Tip!
Door de verhoging van het tarief kan het voordeliger zijn om in 2019 nog een dividenduitkering te doen. Hiermee bespaar je tot 1,9% belastingheffing. Dit is vaak enkel aantrekkelijk als je vermogen niet of nauwelijks rendeert en de dividenduitkering hierdoor niet teveel naar voren wordt gehaald (het in totaal gemiste rendement door vervroegde box 2-heffing overstijgt niet de 1,9% belastingheffing). Daarnaast krijg je na de dividenduitkering in principe te maken met box 3-heffing. Laat je daarom vooraf goed adviseren.

Excessieve schulden aan je bv

Rond Prinsjesdag werd ook het wetsvoorstel tegengaan excessief lenen bij je eigen bv verwacht, maar dit komt nu pas in het vierde kwartaal van 2019. Daarom is het nog afwachten hoe het wetsvoorstel eruit komt te zien. Deze ontwikkeling is echter wel van belang om keuzes te maken, bijvoorbeeld rondom vervroegde dividenduitkering (ter aflossing van de schuld) of overheveling van vermogen vanuit privé naar de bv. Het lijkt er nu op dat het wetsvoorstel tijdig genoeg komt om hiermee nog in 2019 rekening te houden.

Verlaging belastingheffing over gebruikelijk loon dga

Tegenover de tariefsverhogingen en vertraagde -verlaging staat dat over het gebruikelijke loon van de dga minder inkomstenbelasting wordt geheven. Enerzijds dalen de tarieven in box 1 sneller dan gepland en anderzijds worden heffingskortingen verhoogd. Afhankelijk van de hoogte van je gebruikelijke loon en de winsten van je bv's zal de balans veelal doorslaan naar een lastenverlichting. 

Tariefsverhoging innovatiebox

De voordelen uit innovatieactiviteiten worden momenteel, onder voorwaarden, belast tegen 7% in de vennootschapsbelasting. Dit tarief zal per 2021 stijgen naar 9%.

De innovatiebox is ingevoerd om innovatief onderzoek door ondernemers (in een BV-structuur) fiscaal te stimuleren. Van innovatief onderzoek is onder andere sprake als een bv speur- en ontwikkelingswerk (S&O) heeft verricht, waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven.

Verhoging overdrachtsbelasting voor niet-woningen

Momenteel bedraagt de overdrachtsbelasting voor woningen 2% en de overdrachtsbelasting voor niet-woningen 6%. De overdrachtsbelasting op niet-woningen, zoals bedrijfsgebouwen, bedrijfsruimten, grond die bestemd is voor woningbouw en hotels en pensions, gaat per 1 januari 2021 omhoog naar 7%.

Betalingskorting vennootschapsbelasting vervalt

Laat je als dga je bv's hun voorlopige aanslag vennootschapsbelasting in één keer vooruitbetalen in plaats van in termijnen gaandeweg het belastingjaar, dan krijg je nu (per saldo) 2% korting op het te betalen bedrag. Deze lucratieve betalingskorting vervalt met ingang van 2021.

Belastingrente versus aangifte

Vanaf 2020 brengt de Belastingdienst bij een aanslag vennootschapsbelasting geen belastingrente in rekening als de aangifte vennootschapsbelasting (juist en volledig) is ingediend voor de eerste dag van de zesde maand na het tijdvak waarover belasting wordt geheven (doorgaans 1 juni) en de aanslag conform aangifte wordt opgelegd.

De belastingrente voor de vennootschapsbelasting bedraagt momenteel maar liefst 8%.

Tip!
Moet je vennootschapsbelasting betalen en lukt het niet om voor 1 juni van het daaropvolgende jaar de aangifte vennootschapsbelasting in te dienen? Vraag dan zo snel mogelijk na afloop van het desbetreffende boekjaar een correcte voorlopige aanslag vennootschapsbelasting aan. Zo voorkom je (zo veel mogelijk) belastingrente.

Aanpassing onderwijsvrijstelling

De onderwijsvrijstelling is een subjectieve vrijstelling voor instanties die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bekostigd onderwijs geven. Er is sprake van bekostigd onderwijs als het onderwijs hoofdzakelijk (70%) wordt betaald met publieke middelen of uit een of meer van de bijdragen die zijn opgesomd in de onderwijsvrijstelling (zoals wettelijk collegegeld of wettelijke lesgelden).

Voortaan worden de verplichte ouderbijdragen (voor toelating tot een internationale afdeling van een bekostigde school) alsnog toegevoegd aan de lijst van financieringsmiddelen die meetellen voor de 70%-bekostigingseis van de onderwijsvrijstelling in de vennootschapsbelasting. Hierdoor komen basis- en middelbare scholen die bekostigd internationaal onderwijs geven in aanmerking voor de vrijstelling van vennootschapsbelasting.

Uitbreiding aantal aanvraagmomenten S&O-verklaringen

Uit een evaluatie van de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) blijkt dat een deel van de gebruikers van mening is dat de huidige systematiek van de regeling onvoldoende aansluit bij hun werkwijze. Dit wordt mede veroorzaakt doordat slechts driemaal per jaar een S&O-verklaring kan worden aangevraagd.

Om aan de wensen van gebruikers tegemoet te komen, wordt het aantal aanvraagmomenten uitgebreid naar vier per jaar. Het uiterste moment van het indienen van de aanvraag is de dag voorafgaand aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor aanvragen die betrekking hebben op de periode die ingaat op 1 januari van een kalenderjaar, geldt niet 31 december, maar 20 december als uiterste moment. Het gebruik van de verruiming zal na drie jaar worden geëvalueerd.

Jasper Gorter

Jasper Gorter

Hoofd vaktechniek fiscaal

088 2531011 | jgorter@alfa.nl


Meer over Jasper