Banner

Evaluatie bedrijfsopvolgingsregeling door CPB – gevolgen voor het mkb?

1 juni 2022 | Door:  Dick Leeuw

Eind mei verscheen het evaluatierapport van het CPB over de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Het uitgangspunt blijft dat de schenk- en erfbelasting bedrijfsopvolgingen niet mogen frustreren.  Maar ondertussen zijn er al langer berichten dat de 100 procent en 83 procent-vrijstelling voor veel bedrijfsoverdrachten niet nodig zijn en een cadeau-effect hebben. Wat zijn de bevindingen van het CPB en wat kan dit betekenen voor de BOR in het mkb?  

CPB: overheidsgeld met bedrijfsopvolgingsregeling niet goed besteed 

De centrale vraag in de evaluatie is in hoeverre de bedrijfsopvolgingsregelingen noodzakelijk, doeltreffend en doelmatig zijn. De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is ooit ontstaan voor bedrijfsopvolgingen in de landbouw. De regeling bestaat tegenwoordig uit 3 onderdelen (bedragen 2022): 

  1. Waarderingsfaciliteit: een 100 procent vrijstelling voor het verschil tussen de liquidatiewaarde -/- goingconcernwaarde. 

  1. 100 procent vrijstelling: voor de waarde van de onderneming tot 1.134.403 euro. 

  1. 83 procent vrijstelling: voor het deel van de waarde van de onderneming boven 1.134.403 euro.  

Waarderingsfaciliteit BOR 

Het aandeel bedrijfsoverdrachten en het totale belastingvoordeel van de BOR voor ib-ondernemers is sterk geconcentreerd in de landbouw. Vooral de ‘waarderingsfaciliteit’ van de bedrijfsopvolgingsregeling is belangrijk voor de landbouwsector. In het MKB is anders dan in de landbouw, de goingconcernwaarde (GCW) meestal hoger dan de liquidatiewaarde(LW). De GCW en de liquidatiewaarde dienen veelal te worden onderbouwd met een waarderingsrapport. De liquidatiewaarde is de waarde van de losse bezittingen bij afzonderlijke verkoop na aftrek van schulden.  

De waarderingsfaciliteit in de BOR sluit volgens het CPB aan bij het doel van continuïteit. Het CPB lijkt in de evaluatie te bevestigen dat de waarderingsfaciliteit belangrijk is en niet kan worden afgeschaft zonder het doel van de BOR in gevaar te brengen.   

100 procent en 83 procent vrijstelling BOR 

Voor het MKB spelen met name de andere vrijstellingen een belangrijke rol. De kosten van deze vrijstellingen zijn volgens het CPB onnodig hoog. In de loop van de jaren is de regeling steeds ruimer geworden. Volgens het CPB is de regeling nu zo ruim dat er onnodig vrijstellingen van schenk- en erfbelasting worden verleend. Ook als er voldoende privémiddelen beschikbaar zijn om schenk- erfbelasting te betalen geldt de vrijstelling. Als dat geld er niet is, is een betalingsregeling schenk- erfbelasting voldoende zijn voor de bedrijfscontinuïteit. Het CPB geeft in overweging om de 100 procent en 83 procent-vrijstellingen te vervangen door een ruimere betalingsregeling van schenk- erfbelasting.  

Doorschuifregelingen inkomstenbelasting (DSR) 

Doorschuiving van de box 1 claim of de aanmerkelijkbelangheffing (box 2) is de standaard bij bedrijfsoverdrachten. Het CPB heeft ook de doorschuifregelingen in de inkomstenbelastingen onderzocht, maar concludeert dat er onvoldoende gegevens zijn over de doorschuiving in de inkomstenbelasting om conclusies te kunnen trekken. Wel wordt geconstateerd dat het overheidsgeld beter wordt besteed dan bij de BOR. Bij doorschuiving wordt de belastingclaim immers doorgeschoven, het is geen vrijstelling.  

Aanbevelingen 

Het CPB doet ook een aantal suggesties. Dit zijn onder andere: 

Wettelijk vastleggen dat aan derden verhuurd vastgoed wordt aangemerkt als beleggingsvermogen voor de BOR en DSR. Vastgoed dat wordt gebruikt voor de eigen bedrijfsuitoefening blijft tot het ondernemingsvermogen behoren.  

Afschaffing dienstbetrekkingseis voor de DSR. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk dat voorafgaand aan een schenking een kind 36 maanden op de loonlijst hoeft te staan. 

Een grotere betrokkenheid van de erflater of schenker bij een aanmerkelijk belang als voorwaarde om in aanmerking te komen voor de BOR en de DSR. Hierbij kan worden gedacht aan een groter economisch belang dan de huidige 5 procent of formele zeggenschap. 

Gevolgen bedrijfsopvolgingsregelingen? 

Het CPB trekt geen conclusies over de doorschuivingsregelingen inkomstenbelasting. Naar verwachting zullen de doorschuivingsregelingen inkomstenbelasting niet worden gewijzigd.  

Dat is anders voor de BOR. Er liggen voor deze regeling al langer beleidsvoorstellen voor aanpassing (in het ‘Bouwstenenrapport’). Deze plannen variëren van versobering tot zelfs afschaffing van de BOR. Bij versobering gaat het vooral om lagere vrijstellingen: van 25 procent tot een waarde 5 mio euro. Bij een afschaffing zou de BOR worden vervangen door een betalinguitstel van schenk- erfbelasting (met rente) voor een periode van 10 jaar of langer.  

Het laatste regeerakkoord ondersteunt de continuïteit van familiebedrijven door (reële) bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken. Tegelijkertijd moet oneigenlijk gebruik van de regeling worden tegengegaan. Het CPB toont met cijfers uit het verleden aan dat de 100 procent- en 83 procent vrijstelling in de BOR te ruim is gezien het gestelde doel van bedrijfscontinuïteit. Het CPB stelt voor om deze onderdelen van de regeling te heroverwegen.  

Prinsjesdag 2022 

Het kabinet beoordeelt de CPB-evaluatie op Prinsjesdag 2022. We moeten er rekening mee houden dat er dan maatregelen volgen om de voordelen van de bedrijfsopvolgingsregeling schenk- erfbelasting te beperken. Tot die tijd kun je als ondernemer  nog gebruik maken van de ruime regeling zoals die er nu nu is. Blijf je wachten of onderneem je actie? 

Neem voor vragen of nader advies, contact op met een van onze adviseurs. 

Dick Leeuw

Dick Leeuw

Belastingadviseur

088 2532778 | dleeuw@alfa.nl


Meer over Dick