Banner

Update: De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2020

15 mei 2020

In mijn vorige column sprak ik over de KIA (kleinschaligheidsinvesteringsaftrek). Inmiddels heeft de Hoge Raad op 1 mei 2020 uitspraak gedaan en een einde gemaakt aan de discussie tussen de belastingdienst en belastingadviseurs. De  visie van de Hoge Raad zal ik in deze column met je delen. Zodat jij van te voren weet wat fiscaal “wel en niet zinvol is”.

De KIA uitspraak van de Hoge Raad

De uitspraak heeft betrekking op de KIA bij een samenwerkingsverband: vennootschap onder firma, maatschap of commanditaire vennootschap. Hierna noem ik dat “firma”. Stel dat twee vennoten van een firma samen investeren in een bedrijfsmiddel van € 80.000. Een rechtbank had bepaald dat elke vennoot het maximum aan KIA zou kunnen krijgen (ieder € 16.307 (cijfers 2020)). Die maximale KIA zou gelden, als de totale gezamenlijke investering van de firma ligt tussen € 58.238 en € 107.848 (cijfers 2020). De belastingdienst meende dat zij samen recht hadden op € 16.307  (dus niet persoon).

De KIA ná de uitspraak van de Hoge Raad

De Hoge Raad gaf de belastingdienst helaas gelijk. Dat zorgt ervoor dat in dit geval elke vennoot recht had op 50 % van € 16.307. Helaas, de uitspraak van de hoogste rechter is “negatief, maar wel duidelijk”.

Buitenvennootschappelijke investeringen nog steeds nuttig

De Hoge Raad bevestigde echter ook iets anders. En dat is positief voor de ondernemer. Dat licht ik toe aan de hand van een voorbeeld.
Voorbeeld: twee vennoten A en B investeren gezamenlijk voor € 80.000 (beide € 40.000). Echter: daarnaast investeert vennoot A “zelf”/buitenvennootschappelijk € 20.000. Voor de KIA berekening oordeelt de Hoge Raad aldus:
- B heeft recht op 50 % van de KIA die hoort bij een investering van € 80.000 (= 50 % van € 16.307); daar ging het in de uitspraak van 1 mei 2020 ook over.
- Maar de Hoge Raad maakt tevens duidelijk dat in mijn voorbeeld, A recht heeft op de maximale KIA van € 16.307! Dit geldt zodra een vennoot met zowel zijn eigen investeringen als de totale gezamenlijke investering in de derde schijf van de KIA tabel zit (een bedrag tussen  € 58.238 en € 107.848). Dan heeft die vennoot recht op de maximale KIA. In het voorbeeld heeft vennoot A een eigen investering gedaan van € 60.000 (50 % van 80.000 plus 20.000) en de totale investering van de onderneming is € 100.000. Beide bedragen zitten in de derde schijf van de KIA tabel, vennoot A mag dus de maximale KIA van € 16.307 toepassen.

Let op: als A en B samen zowel € 80.000 als € 20.000 zouden hebben geïnvesteerd, dan hadden zij elk recht gehad op 50 % x € 16.307. Door de tweede investering (ad € 20.000) niet samen te doen, maar alleen door A, ontvangt A € 8.153 meer KIA!
U kunt investeringen dus “per vennoot plannen om de maximale KIA te verkrijgen”. Dat kan op verschillende methoden.
Eén van de methoden komt in de uitspraak van 1 mei jl. aan de orde. Er zijn ook andere methoden om de KIA te optimaliseren (bijvoorbeeld investeren in verschillende boekjaren).

Conclusie

De Hoge Raad geeft een negatief oordeel voor een concrete situatie.  Maar let op! Er valt nog steeds groot voordeel te behalen. Dat bevestigt de Hoge Raad in deze uitspraak. Met name buitenvennootschappelijke investeringen kunnen (met wat extra maatwerk) ervoor zorgen dat de maximale KIA voor een vennoot nog steeds te behalen valt.

Heb je vragen wat deze uitspraak voor jou betekent, of wil jij de KIA in jouw firma optimaliseren voor 2020? Dan ben je welkom om contact met ons op te nemen!