Banner

De ene huwelijkse voorwaarden zijn de andere niet (deel 2)

12 februari 2024 | Door:  Nico Verhagen

In mijn eerdere artikel “Huwelijkse voorwaarden een dure aangelegenheid” heb ik aangegeven waarom het belangrijk is om huwelijkse voorwaarden bij te houden en wanneer je dit niet wilt, wat je dan beter wèl kunt doen. Ik eindigde met de opmerking dat veel problemen veroorzaakt worden door de verrekenbedingen. Het gaat dan met name om het periodiek verrekenbeding. Huwelijkse voorwaarden zijn daarom steeds meer maatwerk geworden. In dit artikel geef ik globaal aan hoe dat werkt en leg ik uit dat met ingang van 1 januari 2018 met de inwerkingtreding van de Wet beperkte gemeenschap van goederen het bijhouden van je onderlinge financiële situatie onverminderd van belang is gebleven.

Periodiek verrekenbeding?

Indien je de financiële administratie van je huishouden zo hebt ingericht, dat je op ieder moment weet wat van ieder is dan vormt het periodiek verrekenbeding vaak nog een probleem. Huwelijkse voorwaarden geven in de eerste plaats aan hoe de kosten van de huishouding door beide partners gedragen moeten worden. Als je deze verdeling verwerkt in de opzet van je financiële huishouding, ben je in principe klaar met het bijhouden van de basis van je huwelijkse voorwaarden. Wat iedere partner naast zijn bijdrage aan de huishoudpot weet te sparen is voor die partner.

Veel huwelijkse voorwaarden bevatten echter een periodiek verrekenbeding. Dit beding betekent dat de partners zich verplicht hebben om hun overgespaarde inkomen jaarlijks bij helfte te verrekenen. Stel de ene partner heeft niets gespaard en de andere heeft 10.000 euro gespaard. Dan houdt dit beding in dat de sparende partner aan het eind van het jaar 5.000 euro verschuldigd is aan de niet sparende partner. Zie het als een bonus op uitgeven. Omdat het alleen om overgespaard inkomen gaat, is daarbij ook nog de vraag wat onder inkomen moet worden verstaan van belang. En dan wordt het echt ingewikkeld.  

Wat is de oplossing

Zoals ik in mijn voorgaande artikel aangaf zijn er meerdere mogelijkheden. Een eenvoudige oplossing is om het periodiek verrekenbeding dan maar uit de huwelijkse voorwaarden te halen. De sparende partner zal dit een goed idee vinden, maar de uitgevende partner zal zich beperkt zien worden in haar uitgaven patroon en daar mogelijk anders over denken.

De vervolgvraag is daarom “het waarom” van je huwelijkse voorwaarden. In het algemeen worden hierop meestal twee verschillende antwoorden gegeven.

Het eerste antwoord heeft betrekking op de aanwezigheid van familievermogen en betreft dan vaak een vermogende partner die met een minder vermogende partner trouwt. Omdat anders dan geld, schoonheid vergankelijk is en deze twee lang niet altijd verenigd bij dezelfde partner aanwezig zijn, wil de vermogende partner vaak graag huwelijkse voorwaarden om te borgen dat bij een eventuele toekomstige echtscheiding zijn/haar vermogen niet voor de helft hoeft te delen met zijn/haar minder vermogende ex-partner. Mocht het huwelijk duurzaam zijn, dan mag veelal bij het overlijden van de vermogende partner zijn/haar vermogen wel naar de minder vermogende partner, maar ook dat is geen wet van Meden en Perzen. Nemen we echter aan dat de minder vermogende partner bij het overlijden van de vermogende partner wel zijn/haar vermogen mag toekomen, dan kun je overwegen om voor de situatie van overlijden een finaal verrekenbeding op te nemen. Daarmee verreken je bij einde huwelijk beider gezamenlijke vermogens alsof je in gemeenschap van goederen gehuwd zou zijn. Het overlijden van de vermogende partner heeft dan tot gevolg dat de minder vermogende partner op basis van de huwelijkse voorwaarden (en dus niet op basis van het erfrecht) de helft van het vermogen van de vermogende partner verkrijgt. Een praktisch voordeel hiervan is dat wanneer je de huwelijkse voorwaarden niet hebt bijgehouden, dit bij overlijden geen probleem geeft omdat de omvang van de nalatenschap van de overledene gewoon de helft van het gezamenlijk huwelijksvermogen is.

Dit vraagt even om twee opmerkingen. Ten eerste is er de laatste jaren veel vermogen geschonken en vererft met toepassing van de uitsluitingsclausule. Dat betekent dat partners ook over vermogen kunnen beschikken, dat niet onder het finaal verrekenbeding kan vallen. Dan blijft het van belang om dit privévermogen afzonderlijk bij te houden. Dit geldt overigens ook voor in gemeenschap van goederen gehuwden, die dergelijk privévermogen hebben verkregen. Ten tweede geldt er sinds 1 januari 2018 de Wet beperkte gemeenschap van goederen. Stellen die na deze datum zijn gehuwd en niets geregeld hebben, zijn niet in algehele gemeenschap van goederen gehuwd, maar in een beperkte gemeenschap. Dit betekent dat zij gemeenschappelijk vermogen en privévermogen hebben. Wil je dit goed uit elkaar houden dan zul je dit dus bij moeten houden. Zie mijn vorige artikel voor de gevolgen van het niet bijhouden. De nieuwe wet regelt echter niet de verrekening van overgespaard inkomen en voorziet ook niet in een finaal verrekenbeding bij overlijden. Wil je dit goed regelen dan blijft het advies om op maat gemaakte huwelijkse voorwaarden op te laten stellen.

Dit brengt ons bij het tweede antwoord op de eerdergenoemde vervolgvraag. De huwelijkse voorwaarden worden dan gewild om de bedrijfsrisico’s bij de ondernemende partner te houden en te voorkomen dat een faillissement van de ondernemende partner tevens tot het teloorgaan van het vermogen van de niet ondernemende partner leidt.  Wil dit goed werken, dan is eigenlijk alleen het goed jaarlijks bijhouden van de onderlinge huwelijkse voorwaarden een vereiste. Wil je ook nog de mogelijkheid inbouwen dat de niet ondernemende partner meedeelt in de goede jaren van de onderneming (en niet in de slechte jaren), dan zul je toch ook nog een periodiek verrekenbeding op willen nemen en jaarlijks in de uitwerking mee willen nemen. Hiermee kan vermogen van de niet ondernemende partner veiliggesteld worden.

Wanneer dit de achterliggende redenen van de huwelijkse voorwaarden zijn dan kan de intentie zijn, dat wanneer het tot een echtscheiding komt, het gezamenlijk vermogen gewoon bij helfte verdeeld mag worden. Je neemt dan een finaal verrekenbeding, van toepassing bij echtscheiding, op in je huwelijkse voorwaarden. Dit finaal verrekenbeding laat je dan waarschijnlijk ook van toepassing zijn bij overlijden. Verder sluit je waarschijnlijk uit dat het finaal verrekening beding bij echtscheiding van toepassing is, als één van beide partners in faillissement (en nog een aantal andere omstandigheden) verkeert.

Het komt natuurlijk ook voor dat partners (of meestal één van hen) een combinatie van vorenstaande antwoorden geven en geen deling van hun vermogen bij echtscheiding en/of overlijden willen en verder ook geen periodieke verrekening willen maar alleen afspraken wensen te maken over de verdeling van de kosten van de huishouding. Daarom adviseren wij je eigenlijk altijd om tijdig en ruim van tevoren voor de huwelijksdatum contact met ons op te nemen, zodat je huwelijkse voorwaarden op maat kunt laten opstellen. Weet dan ook direct dat dit alleen werkt indien je vervolgens na je huwelijk ook jaarlijks de huwelijkse voorwaarden gaat bijhouden! Geen ontkomen aan. Ben je al jaren gehuwd, dan kun je gezamenlijk later alsnog huwelijkse voorwaarden laten maken of bestaande huwelijkse voorwaarden aan laten passen.

Heb je vragen neem dan contact op met je klantbeheerder of met de jurist van je vestiging of met mij. Ben je geen klant van Alfa dan mag je mij ook bellen.

Nico Verhagen

Nico Verhagen

Senior fiscaal adviseur

088 2532258 | nverhagen@alfa.nl


Meer over Nico