Ondernemer in beeld: Maatschap Odink

25 oktober 2018 | Door:  Bertus Dijk

Een flinke groei in twintig jaar tijd. Het begon allemaal met de overname van een pluimveestal van Iris’ vader, half jaren negentig. “Dat was nog een ouderwetse legbatterij. Die hebben we meteen omgebouwd tot scharrelstal.” Inmiddels is het ‘imperium’ van Iris en Jan Odink in Lutten flink uitgebreid. Met nog meer leghennen, een witvleeskalverentak, 16 hectare akkerbouw, een loonbedrijf “en oh ja, we hebben er sinds kort ook nog een hoveniersbedrijf bij!”

Negen vaste medewerkers zijn er in dienst voor de diverse takken van de maatschap en verdeeld over twee locaties: ‘thuis’, aan de Dedemsvaartseweg en aan de Stobbeplasweg. De twee zonen en dochter van Iris en Jan helpen na schooltijd en in de vakanties een handje. Eigenlijk kwamen alle uitbreidingen min of meer logisch tot stand, kijkt Iris terug. “Jan had van huis uit al de hobby om kalveren groot te brengen. We zochten contact met kalfsvleesleverancier VanDrie Group en verzorgen dagelijks 330 witvlees-kalveren op contractbasis. Het was toen gebruikelijk om die kalveren mais te voeren. Daarom zijn we grond gaan huren om zelf mais te verbouwen, we hadden zelf al grasland. Ook hebben we zelf een trekker en een balenpers gekocht. Zo kwam dat loonbedrijf erbij en kochten we vervolgens weer een kraan. We deden met het loonbedrijf ook weleens wat op het gebied van het uitgraven van woningen. Dan hadden we vaak ook weer contact met degene die de tuin aanlegde. Met een van die hoveniers deden we veel samen. Toen het werk hem boven het hoofd groeide, hebben we in juni van dit jaar zijn personeelsleden overgenomen.”


Tweemaal daags voeren

Vooral de jonge kalveren vragen veel tijd en aandacht. Iris: “Ze komen binnen als ze een dag of tien zijn. Die eerste weken hebben ze nog veel te leren. Hoe ze moeten drinken, hoe ze het hoofd door het hek kunnen steken. Twee keer per dag krijgen ze melk en brokjes, een soort muesli. Ze blijven tot ze 26 weken zijn.”

Vrije uitloop

De leghennen staan op beide locaties: 33.000 Freilandhennen aan de Dedemsvaartweg, nog eens 10.000 Freilandhennen en 9750 scharrelhennen aan de Stobbeplasweg. Die Freilandkip is een hen  die dagelijks buiten de stal in de vrije uitloop mag rond scharrelen. De eitjes zijn ook te koop bij de automaat aan huis. Als penningmeester bij de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders is Iris nauw betrokken bij het wel en wee van de pluimveehouderij. “Door mijn vader ben ik altijd gestimuleerd om naar vergaderingen en bijeenkomsten te gaan. Daar kun je je zegje doen en meepraten over beleidsmatige zaken die op je bedrijf spelen. Op een gegeven moment was er een vacature. Ik begon met een dag in de week, inmiddels zijn het er drie.”

Fijnstofdiscussie

Reuring is er genoeg. “Wat enorm speelt in de sector is de discussie rond fijnstof. Die staat haaks op het dierenwelzijn. Een kip die losloopt veroorzaakt een significante toename van fijnstof, maar de consument wil (onder druk door maatschappelijke organisaties) dat de dieren los kunnen rondscharrelen. De pluimveesector heeft die ommezwaai naar scharrel en vrije uitloop gemaakt om aan die wensen te kunnen voldoen. Echter er is niet onomstotelijk bewezen dat het vóórkomen van longontstekingen bij omwonenden veroorzaakt wordt door intensieve veehouderijen. Toch wil de sector laten zien het fijnstofprobleem aan te pakken. Wij zijn met een techneut bezig om met een soort stofzuigertechniek het fijnstof te reduceren achter één van onze stallen. Daarnaast  lopen  op twintig proefbedrijven in de regio “Food Valley” rondom Barneveld proeven met verschillende innovatieve systemen om fijnstof te reduceren.
En dan is er nog de mestproblematiek. Iris: “Het is ons als sector een doorn in het oog dat we worden meegenomen in de totale agrarische mestproductie. Pluimveemest wordt verwerkt, verbrand óf geëxporteerd. Als er 5% van de totale hoeveelheid in het binnenland blijft is het veel. Maar we moeten als sector wel meewerken aan alle maatregelen om de hoeveelheid fosfaat te reduceren!” De overheid heeft nu zelfs een wettelijke mogelijkheid opgenomen om generiek te kunnen korten op pluimveerechten. Daar zetten we als NVP stevig op in om dat te voorkomen.
Het fipronil drama is een zwarte bladzijde in onze pluimveegeschiedenis, het laat zeer diepe sporen na op de gezinsbedrijven die het is overkomen. Onbeschrijfelijk veel leed, wat niet had gehoeven als de NVWA eerder had ingegrepen. Ik zat zelf in de Werkgroep Versterking Zelfregulering Eierketen die is opgericht om verbeterpunten op te stellen zodat een dergelijk drama nooit weer kan gebeuren. Ik heb er altijd met klem op gewezen dat fraude nooit helemaal voorkomen kan worden, hoeveel protocollen je ook bedenkt.

Brede expertise

Het loonbedrijf is weer een divisie op zich. Het is vooral agrarisch loonwerk dat Odink uitvoert, zoals inkuilwerkzaamheden, gras in balen maken, ploegen, cultiveren, kilveren, zaaien en maaien. “Het is Jan zijn rol om alles aan te sturen”, zegt Iris. De financiële zaken worden ondersteund door Alfa. “We waren ooit klant bij een eenmanskantoor waar nog met de typemachine en Typ-ex het jaarrapport werd gemaakt.” De reden dat we verhuisden naar Alfa was omdat zij veel meer diensten in huis hebben en zaken digitaal goed op orde hebben. Nu we zo’n groeiend personeelsbestand hebben merk ik hoe fijn het is dat je kunt terugvallen op de brede expertise van zo’n kantoor. Bij die hovenier werkten een paar jongens met een Wajong-uitkering. Dat is een hele uitzoekwerk geweest met het UWV, maar daar heb je dan Alfa voor. Ja, we hebben bewust die jongeren in dienst. Eén van hen kennen we, die woont hier in de buurt. Het is een stukje betrokkenheid. Wij geven ze een kans. Maar ze moeten die kans wel grijpen, want bij ons moet de schoorsteen ook roken!”

 

Bertus Dijk

Bertus Dijk

Senior klantbeheerder

088 2532852 | bdijk@alfa.nl


Meer over Bertus