Banner

Pas je je voer- en bemestingsstrategie aan op de omstandigheden?

7 juni 2021 | Door:  Herald Aalderink

Een belangrijk onderdeel van ondernemerschap is het kunnen omgaan met onvoorziene  omstandigheden zoals het weer. Deze vaardigheid wordt dit voorjaar door de bijzondere weersomstandigheden behoorlijk op de proef gesteld.

Veel melkveehouders zijn in de eerste week van juni druk met de erg late eerste grassnede van 2021. Het lijkt erop dat deze zware snede onder goede omstandigheden binnen gehaald kan worden. De vraag is vervolgens hoe deze graskuilen efficiënt omgezet kunnen worden in melk en welke gevolgen deze snede heeft voor de bemesting en de voeding de rest van 2021 en het begin van het volgende jaar.

Lagere voederwaarde

Een globale inschatting van de voederwaarde van deze graskuilen leert, dat zowel de voederwaarde als het gehalte aan eiwit aanzienlijk lager zullen zijn dan gemiddeld. Met opbrengsten die richting het dubbele gaan van een normale eerste snede, zal de voederwaarde onder de 900 VEM per kg droge stof duiken. Het ruw eiwit blijft naar verwachting onder de 150 gram per kg droge stof en de verteerbaarheid zal onder gemiddeld zijn. In combinatie met een deel snijmais in het rantsoen zal er een aanvulling van eiwit nodig zijn om op een niveau van minimaal 150-160 gram per kg ds in het basisrantsoen uit te komen. Dit eiwit kan natuurlijk aangekocht worden, maar daarvoor moet je op dit moment flink in de buidel tasten.

Aanpassing komende snedes

Het is nu belangrijk om na te gaan welke voedingstechnische eigenschappen de latere snedes moeten hebben om een goede aanvulling te zijn op de eerste snede. Het antwoord is vrij eenvoudig: de volgende snedes moeten precies de omgekeerde eigenschappen hebben! Streef dus naar een hoge voederwaarde, veel ruw eiwit in combinatie met een goede verteerbaarheid. Dit betekent dat het belangrijk is om de volgende snedes op tijd te maaien en te kuilen. Een normale tweede snede groeit in ca. 4 - 5 weken, echter na de zware eerste snede zal er sprake zijn van een langere groeiperiode. Gezien de gewenste eigenschappen is het verstandig in te steken op een niet te zware snede. Dit betekent dat velen de tweede snede begin juli moeten maaien.

Inzet eerste snede

Door de droogte van de laatste jaren zijn de voorraden ruwvoer fors gekrompen en wordt op veel bedrijven de eerste snede eerder in het jaar aangebroken. Gezien de verwachte voederwaarde lijkt de eerste snede prima te passen als bijvoeding naast vers gras. Er zijn bedrijven waar nog oude kuilen voorradig zijn. Het is verstandig om in overleg met de voeradviseur te bekijken of het wenselijk is de oude kuilen te bewaren voor komende winter en de kuil van de eerste snede in combinatie met weidegras op te voeren.  Hiermee wordt zowel het eiwit uit vers gras als de structuur uit de eerste snede optimaal benut. Deze keuze betekent wel afstappen van het oude adagium “Het oude vlees (lees gras) moet het eerst op”.

Bemesting

Nu de eerste snede circa  vier weken later gemaaid is dan normaal, resteert er minder tijd om de beschikbare hoeveelheid drijfmest in de put uit te rijden in de periode dat deze de grootste bemestingswaarde heeft. De mestvoorraad is op de meeste bedrijven groter dan normaal. Door begin augustus de putten leeg te hebben, resteert nog voldoende tijd in het groeiseizoen om de stikstof te laten opnemen door het gras en uitspoeling te voorkomen.

Afhankelijk van de weersomstandigheden lijkt het erop, dat de derde snede in de eerste helft van augustus gemaaid kan worden. De beschikbare hoeveelheid mest moet dus over twee giften worden verdeeld. Houd hierbij ook rekening met de hoeveelheid mest die je nog moet afvoeren om binnen de gebruiksnormen te blijven! Gezien de hoeveelheid regen eind mei lijkt de hoeveelheid vocht in de bodem voldoende te zijn voor een mooie tweede snede. Het heeft dan ook de voorkeur alle maaipercelen te voorzien van een mestgift en daarbij te accepteren dat mogelijk niet voor alle percelen ook een gift na de tweede snede beschikbaar is.

Gelet op de warme periodes de afgelopen jaren is het niet ondenkbaar, dat er dan ook minder vocht beschikbaar is, waardoor de benutting van die mest wel eens tegen kan vallen. De mest verdund met water uitrijden is dan een goed advies, vooral wanneer niet zeker is dat er regen volgt.

Melk uit eigen ruwvoer

Door tijdig te anticiperen op de bijzondere weersomstandigheden van dit voorjaar is het mogelijk de gewonnen graskuil op een optimale manier om te zetten in melk en melkgeld. Ondanks het feit dat   de melkprijs in de lift zit, geeft de stand van de rekening courant niet overal reden tot optimisme. De hoge krachtvoerprijzen zijn daar ook debet aan. Het blijft noodzaak om maximaal melk te produceren uit eigen gewonnen ruwvoer. Zie ook "Meer melken uit ruwvoer". Een belangrijke basis voor het voersaldo op je bedrijf.

Alfa helpt je graag bij het inzicht krijgen in de ontwikkeling van het voersaldo op je bedrijf, zodat je zelf tijdig de gewenste acties kunt nemen om tot het beste resultaat te komen.

Met ruim 30 kantoren zijn we overal dichtbij.

Herald Aalderink

Herald Aalderink

Bedrijfskundig adviseur

088 2532202 | haalderink@alfa.nl


Meer over Herald