Banner

Vraag maar Raak: “Wat zijn de gevolgen van de (mogelijke) invoering van de Wet excessief lenen en de effecten daarvan voor de inkomstenbelastingheffing over bovenmatige geldleningen in box 2?”

25 augustus 2022 | Door:  Frank Kerkhof

‘’Ik (Ronald van Voorthuizen) heb een eigen onderneming in een BV-structuur. Vanuit mijn BV heb ik aan mijzelf en mijn beiden zonen diverse geldleningen verstrekt. Nu las ik dat er wetgeving wordt ingevoerd, waardoor ik over een deel van deze geldleningen mogelijk inkomstenbelasting moet gaan betalen. Graag hoor ik daar meer over en of deze belastingheffing voorkomen kan worden door vroegtijdig actie te ondernemen.”

In deze rubriek antwoorden onze specialisten op jullie vragen. Heb je een vraag voor één van onze specialisten, laat het ons dan weten.

Deze keer beantwoordt onze fiscalist Marco van Voorst een vraag over de Wet excessief lenen en het voorkomen van belastingheffing over bovenmatige geldleningen.

Beste Ronald,

Wat leuk dat jij mij vraagt naar de gevolgen van de invoering van de Wet excessief lenen en of de belastingheffing die daarmee gepaard gaat door jou voorkomen kan worden. Ik benoem allereerst op hoofdlijnen de inhoud van de Wet excessief lenen. Daarbij benoem ik voor jou de gevolgen die de invoering van deze wetgeving met zich meebrengt. Tot slot benoem ik enkele mogelijkheden om de belastingheffing te beperken/ uit te stellen door vroegtijdig actie te ondernemen.

Wet Excessief lenen
De Wet excessief lenen wordt in 2023 zeer waarschijnlijk ingevoerd. Deze invoering heeft tot gevolg dat personen met een besloten vennootschap (DGA) in box 2 inkomstenbelasting gaan betalen over het bovenmatige deel van de geldleningen aan de DGA zelf, zijn partner of zijn verbonden personen (kinderen). Er is sprake van bovenmatige geldleningen als het totaal van de verstrekte leningen op 31 december 2023 meer bedraagt dan € 700.000. Geldleningen die voor de eigen woning zijn verstrekt zijn hierop uitgezonderd. Indien er sprake is van een bovenmatige schuld is de DGA in 2023 over het bovenmatige deel 26,9% inkomstenbelasting in box 2 verschuldigd.

Rekenvoorbeeld:           

*Voor de bepaling van het bovenmatige deel is de geldlening eigen woning DGA uitgezonderd. Deze geldlening wordt daarom in mindering gebracht op het totaal van de geldleningen.

Over het bovenmatige deel van de geldleningen (in het rekenvoorbeeld € 228.000) is de DGA in 2023 26,9% inkomstenbelasting in box 2 verschuldigd. De belastingheffing in box 2 bedraagt € 61.332. In het geval over een bovenmatige geldlening inkomstenbelasting is betaald, wordt de bovenmatigheidsgrens van € 700.000 verhoogd met het bedrag waarover is afgerekend. Als over het bovenmatige deel van de geldlening in box 2 is afgerekend blijft de schuldverhouding in box 3 juridisch bestaan hetgeen betekent dat over deze geldlening rente blijft verschuldigd.

Tip 1: Wij adviseren de geldleningen en de daaraan door partijen gestelde voorwaarden schriftelijk vast te leggen, zodat vaststaat als de geldlening voor de eigen woning is verstrekt.

Tip 2: Indien het totaal aan geldleningen net geen € 700.000 bedraagt kan door de rentebijschrijving over de geldleningen voornoemd bedrag van € 700.000 alsnog onverwacht overschreden worden, met belastingheffing tot gevolg. Wij adviseren daarom tijdig af te lossen, zodat geen sprake is van een onverwachte overschrijding.

Voorkomen dat in 2023 inkomstenbelasting is verschuldigd over het bovenmatige deel.
De heffing van inkomstenbelasting over het bovenmatige deel van de geldleningen kan op meerdere manieren voorkomen worden. Daarvoor is tijdig actie vereist. In het voornoemde rekenvoorbeeld zou daarvoor € 228.000 van de geldlengen afgelost moeten worden. Hiervoor benoem ik de meest logische opties:

  1. Indien er € 40.235 in contanten beschikbaar is in de BV kan je één dividenduitkering van € 268.235 naar privé ter aflossing van de geldleningen overeenkomen. Hierover is de BV bij uitkering € 40.235 aan dividendbelasting (15% van de uitkering) verschuldigd. Het restant van € 228.000 wordt aangewend als aflossing van de geldlening. In privé ben je aanvullend nog 11,9% inkomstenbelasting (€ 27.132) verschuldigd over de dividenduitkering van  € 228.000. Als de dividenduitkering in 2022 heeft plaatsgevonden kan deze belastingheffing in privé worden uitgesteld tot de zomer van 2024. Over de verschuldigde inkomstenbelasting ben je dan wel 4% belastingrente verschuldigd. Belastingrente kan voorkomen worden door het tijdig aanvragen van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022.
     
  2. Als je in privé over voldoende liquiditeiten beschikt kan vanuit privé geld aan de BV worden overgemaakt ter aflossing van de geldleningen. Zodoende kan het bovenmatige deel van de geldleningen worden afgelost. Ook de kinderen zouden een deel van hun lening kunnen aflossen.
     
  3. Door de aflossing van de geldlening vanuit privé ontvangt de BV liquiditeiten die aangewend kunnen worden voor een dividenduitkering. Indien € 25.000 wordt afgelost kan de BV deze € 25.000 aanwenden voor de verschuldigde dividendbelasting over de dividenduitkering. Met dit bedrag kan circa € 166.000 dividend worden uitgekeerd, zodat circa € 141.000 van de geldlening kan worden afgelost. In privé moet dan nog wel de aanvullende belastingheffing (11,9% over € 166.000) worden betaald van afgerond € 20.000. In totaal wordt met de aflossing vanuit privé de geldleningen aan de BV daarmee met € 25.000 + € 141.000 afgelost.
     
  4. Elders een financiering aangaan in privé, zodat dit vermogen in de BV kan worden gestort als aflossing van het bovenmatige deel van de geldleningen.

Dividend uitkeren of uitstellen
In de Voorjaarsnota heeft het Kabinet opgenomen dat het tarief voor inkomsten in box 2 per 2024 mogelijk gaat veranderen. Uit het voorstel blijkt dat tot en met het jaar 2023 het tarief voor inkomsten in box 2 26,9% bedraagt. Vanaf 2024 worden er twee verschillende tarieven voorgesteld. Tot € 67.000 bedraagt het tarief 26% en over het meerdere is 29.5% inkomstenbelasting verschuldigd. Als belastingheffing over het bovenmatige geldleningdeel ongewenst is zal de dividenduitkering uiterlijk in 2023 moeten plaatsvinden. Of dit voordelig/nadelig is hangt af van de hoogte van de dividenduitkering.

Indien de dividenduitkering in 2022/2023 € 67.000 of lager is, heeft dit tot gevolg dat niet geprofiteerd kan worden van de tariefsverlaging van 0.9% per 2024. Een hogere dividenduitkering kan op basis van de voorgenomen tariefsverhoging het beste naar voren worden gehaald, zodat de aanvullende belastingheffing in box 2 van 2,5% (29.5%-26,9%) voorkomen kan worden.

Tip: wij adviseren voorgenomen dividenduitkeringen goed te plannen gelet op de invoering van de Wet excessief lenen en de wijziging van de tarieven voor box 2.

Wij adviseren jou graag over de gevolgen van de Wet excessief lenen en de mogelijkheden om inkomstenbelastingheffing over het bovenmatige deel van de geldleningen te voorkomen. Tevens begeleiden wij jou graag bij het verzorgen van dividenduitkeringen.

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel of wil je door Alfa aanvullend advies over gevolgen van de invoering van de Wet excessief lenen? Neem dan contact met ons op.

Alfa Bennekom is vanaf 21 november 2022 gevestigd aan de Keesomstraat 11 in Ede. Lees hier meer over: https://www.alfa.nl/bennekom/actueel/alfa-accountants-bennekom-verhuist-naar-ede

Frank Kerkhof

Frank Kerkhof

Directielid en fiscalist

088 2531024 | fkerkhof@alfa.nl


Meer over Frank