Banner

Jasper Roubos, aardappelteler zes meter onder de zeespiegel

12 juli 2022 | Door:  Gabriële Lether

‘Ronduit slecht’, noemt Jasper Roubos de rendementen in de aardappelteelt van de laatste jaren. Aardappeltelers moeten toezien hoe hun producten voor de kostprijs weggaan, om voor een veelvoud in de winkel te liggen. Maar er gloort hoop aan de horizon. De POC, heet die hoop: de Producenten Organisatie Consumptieaardappelen. En ook de actuele situatie rond de wereldwijde graanprijzen zou weleens voor een - financiële - herwaardering van de Hollandse pieper kunnen zorgen.

Vijftien jaar is hij aardappelteler, Jasper Roubos. Locatie: Abbenes in de Haarlemmermeer, zes meter onder de zeespiegel. Ook plantuien, suikerbieten en graan staan er op het land. In tegenstelling tot de alarmerende berichten over droogte ziet Jasper de aardappeloogst niet heel somber in. “Ik heb het voordeel dat ik in de polder zit, met zware kleigrond. Als de plantjes goed opkomen, kan een aardappel veel hebben. Maar we hebben hier ook last van zoutwaterkwel. Het komt weleens voor dat je wilt beregenen en te zout water hebt. Op dit moment staat het gewas er vrij aardig voor.”

Contracten onder de kostprijs

Vorig jaar was Jasper een van de telers die de noodklok luidde. Aardappeltelers moeten het letterlijk en figuurlijk zien te rooien met een hongerloontje, was ongeveer de boodschap. “De rendementen zijn ronduit slecht. Veel contracten die worden afgesloten zijn ver onder de kostprijs. Maar als teler kon je geen kant op. Je schuren staan er, je bent helemaal ingericht op de aardappelteelt. Je tekent een contract waarvoor je het eigenlijk niet kunt telen. Maar het kost altijd nog minder dan je machines helemaal stil laten staan.”

Krachtenbundeling

De Producenten Organisatie Consumptieaardappelen wil telers verenigen, zodat ze één blok vormen. Jasper: “De grap is dat wij buiten de kartelwetgeving vallen. Je hebt daardoor veel meer mogelijkheden om aan krachtenbundeling te doen. Je mag tachtig procent bundelen. Het mogen geen megaprijsverhogingen worden, dan wordt er ingegrepen, maar we kunnen vraag en aanbod wel beter sturen.”

Zware machines kosten opbrengst

Meer geld voor de oogst is ook in het voordeel van de grond, betoogt hij. “De kosten van de bodemdegradatie en de milieubelasting kunnen nu niet eens in aardappelprijzen worden meegenomen. Dat wordt to-taal niet betaald. Je rijdt met zware machines over de bodem. Uiteindelijk kost je dat opbrengst. Alles bij elkaar wordt er steeds méér uit het natuurlijk kapitaal gehaald. Dat is niet alleen hier hoor, het is overal in de wereld, maar het is wel zo.”

Fabrieken produceerden goedkoop

Met de stijgende graanprijzen door de oorlog in Oekraïne wordt ook de aardappel anders bekeken. “Ik zie een omslag in de markt. Aardappelfabrieken hebben altijd maar doorgebouwd. Die fabrieken konden ontzettend goedkoop produceren voor de hele wereldmarkt. Maar nu is er bijna geen land meer om die fabrieken te vullen. Het is dertig jaar lang een aanbodsmarkt geweest. Daar stuurden die fabrieken op, zodat die boeren niet te veel te zeggen hadden. Maar nu is de kans groot dat we naar een vraagmarkt gaan.”

Duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

Naast producent is Jasper ook loonwerker, als neveninkomstenbron. Voor collega-telers houdt hij zo’n tweehonderd hectare vrij van ziekten en plagen. Dat gaat niet zonder gewasbeschermingsmiddelen. Samen met Bayer experimenteert hij met een duurzaam middelengebruik. “Ja, ik sta dubbel in die duurzaamheidsdiscussie. We kunnen niet zonder die middelen. Een biologische boer krijgt meer geld, omdat hij het risico loopt van een misoogst. Maar wij kunnen ons geen misoogsten veroorloven met die flinterdunne marges. Dan kun je wel zeggen: we willen geen gewasbeschermingsmiddelen meer, maar dan heb je veel minder opbrengst die weer elders in de wereld moet worden gecompenseerd. En daar wordt dan weer regenwoud voor gekapt of sneuvelt er andere natuur. Je kunt beter minder spuiten, maar effectiever. Precisiespuiten.”

‘Alfa is een boerenclub’

Klant is Jasper bij Alfa, in de personen van klantbeheerder Marcel de Rooij en senior assistent accountant Arwin van Dam. Net zoals z’n vader. “En ik ben het nog steeds. Maar als je mij nou vraagt waarom Alfa: ik kan eigenlijk niet zo snel een reden opnoemen. Ik zit er al een hele tijd en het gaat nog altijd naar tevredenheid. Alfa is er vooral voor de boekhouding en af en toe een stukje ondersteuning. En Alfa is toch een boerenclub. Dat scheelt wel, die expertise vind ik eigenlijk wel zo prettig.”