Banner

“Iedereen verklaarde ons voor gek met die oogstmachine”

4 maart 2019 | Door:  Erwin Westerhof

‘Sinds hij kan praten’ wist Marco Daling al dat hij boer wilde worden. Op z’n 33ste is er nog niks van zijn enthousiasme geblust.

Fabrieks- en consumptieaardappelen, suikerbieten, graan, uien, kerstbomen en bloemen staan er op het teeltmenu aan de Roelfsema Rzn-weg 16 in Hoogersmilde. “Dat doen we vanwege de risicospreiding. Heb je een slappe periode in de ene teelt, dan blijft het bedrijf toch gewoon draaien”, weet Marco.

De drukke zomer van 2018 gaf hem hierin gelijk. “Door de droogte hadden we veel extra werk. Maar door de risicospreiding hebben we ons hierdoor heen geslagen. Vooral de snijbloemen gingen goed. Het was niet makkelijk, de productie lag lager, maar de bloemen waren duur. Dat was super, want aardappelen en bieten deden het weer veel minder.”

Ook stelt het brede menu de Dalings in de gelegenheid om continu de grond in gebruik te houden. “Tegenwoordig betaal je al gauw 60.000 euro voor een hectare akkerbouw. Dat moet er wel uitkomen. Doordat we zoveel verschillende teelten hebben, kunnen we per seizoen afwisselen op de grond. Het ene jaar aardappelen, het andere jaar bieten, het derde jaar snijbloemen. Zo kunnen we de grond perfect benutten.”

Twee broers

Officieel heeft Marco geleerd voor hovenier, maar op zijn achttiende liep hij al rond op het bedrijf van zijn vader en – toen nog – zijn oom. Marco: “Maar wat je vaak ziet: twee broers in een bedrijf, dat botst weleens. Mijn oom is eruit gegaan. Hij is wel blijven helpen. Zo was hij zijn zorgen kwijt.”

Het is hard werken, maar daar is hij niet allergisch voor. “We doen zoveel mogelijk met eigen personeel. Zaken als bieten rooien en mest injecteren, daar komt een loonwerker voor langs. We hebben een enthousiaste ploeg. Ik vind het werk hartstikke mooi, de jongens vinden het hartstikke mooi: dan gaat het werk al bijna vanzelf. Het kan zo druk niet zijn of om negen uur doen we een bakkie met z’n allen. Drie bakkies koffie, bij pa in de kantine. Gezamenlijk, dat vind ik belangrijk.”

Machinaal oogsten

Vooral met de bloementeelt boekt de maatschap Daling succes. “Van oudsher zaten we in de droogbloemen. Eind jaren negentig zag mijn vader dat de rek eruit was. Hij ging in de veilingbloemen, papavers en riddersporen. Na twee jaar zijn we alleen met de papavers doorgegaan. We hebben er zelf een machine voor ontwikkeld om die machinaal te oogsten. Iedereen verklaarde ons voor gek. Maar na een paar jaar hadden we de machine werkend. Nu hebben we 34 hectare met snijbloemen. Het is ontiegelijk gegroeid. Veel bloemenverkoop gaat tegenwoordig via de supermarkten. Als die een actie hebben met 10.000 boeketten met drie papavers erin, dan ben je er zo 30.000 kwijt.”

Klanten tevreden houden

“De bloemenwereld is heel groot. Maar je komt er alleen in als je eerlijk en betrouwbaar bent. Het heeft wel een jaar of tien geduurd voordat we een naam hadden opgebouwd. Klanten moeten weten dat je je afspraken nakomt. En eerlijk zijn. Ik heb ook weleens een fout gemaakt, toen heb ik een kar bloemen weggegeven om het weer goed te maken. Dat herinneren mensen zich tien jaar later nog. Klanten moet je altijd tevreden houden, is onze strategie.”

Geen papierman

Alfa is de accountant van de maatschap. Al jaren. Marco: “We hebben regelmatig contact. Een boekhouder heb je niet alleen nodig om de cijfers op papier te zetten. Met de splitsing van het bedrijf, toen mijn oom eruit ging, heeft Alfa ons ook goed geholpen. Het resultaat was dat de splitsing voor mijn vader net zo gunstig uitpakte als voor mijn oom.  ’s Zomers regelt Alfa voor ons weer de verloning. Ik ben een praktijkman, geen papierman.”