Zó leest u uw jaarrekening

22 september 2016

Jaarlijks ontvangt u van uw accountant een overzicht van uw financiële situatie. Veelal in de vorm van een ‘rapport inzake de jaarrekening’. Een jaarrekening bestaat uit de volgende onderdelen: een balans, een winst-en-verliesrekening en toelichtingen daarop. Maar hoe leest u de jaarrekening nu feitelijk?

Balans

De balans geeft uw bezittingen en schulden weer. Een balans is een momentopname. Per enig moment (de balansdatum is veelal 31 december) staan aan de activazijde uw bezittingen en aan de passivazijde uw schulden vermeld.
Uw bezittingen zijn onderverdeeld in vaste en vlottende activa. Vaste activa zijn uw bezittingen die meerdere boekjaren dienstbaar zijn aan uw onderneming (bijvoorbeeld uw bedrijfspand of bedrijfsauto). Vlottende activa zijn uw bezittingen die kortlopend aan uw onderneming dienstbaar zijn (bijvoorbeeld debiteurenvorderingen en voorraden).
Ook uw schulden zijn onderverdeeld in langlopend en kortlopend. Langlopende schulden zijn de schulden van uw onderneming die u voor meer dan één boekjaar bent aangegaan (bijvoorbeeld een hypothecaire lening). Kortlopende schulden lost u binnen één boekjaar af (bijvoorbeeld crediteurenschulden).
Het verschil tussen uw bezittingen en uw schulden is uw eigen vermogen. Als er meer bezittingen dan schulden zijn, heeft uw onderneming een positief eigen vermogen.

Winst-en-verliesrekening

De winst-en-verliesrekening is een weergave van uw omzet en kosten (ofwel resultaat) over een boekjaar (veelal een kalenderjaar). Daarbij worden de kosten toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Stel, u betaalt uw verzekeringspremie over de periode 1 oktober 2016 tot en met 30 september 2017 in één keer vooruit. De verzekeringskosten van oktober tot en met december komen in uw resultaat over 2016 terecht. De kosten van januari tot en met september worden als vordering op uw balans verantwoord.

Personeelskosten

Een bijzondere kostenpost zijn de personeelskosten. Het brutoloon van uw personeel, verhoogd met het werkgeversdeel sociale lasten, is voor uw onderneming een kostenpost. U betaalt echter niet het brutoloon, maar het nettoloon aan uw personeel uit. Daarnaast betaalt u de loonheffingen aan de Belastingdienst uit. Zowel nettoloon als loonheffing zijn voor u geen kosten, maar schulden. Grofweg gesteld is de volgende som te maken: nettoloon + heffingen = brutoloon. Vanuit de loonjournaalpost worden de werkgeverslasten in uw resultaat geboekt.

Afschrijvingskosten

Daarnaast zijn onder de kosten ook de afschrijvingskosten van uw vaste activa opgenomen. De aankoop van een bedrijfsauto is een uitgave, geen kosten. Deze uitgave wordt als bezitting geactiveerd. Via afschrijvingslasten over de levensduur van de auto komen deze als kosten in uw resultaat terecht.

Vraag het Alfa

Het financieel varen op sec uw kasstromen (ofwel de hoogte van uw banksaldo) is niet altijd even verstandig. Het is goed uw jaarrekening te kunnen lezen en daarop financieel te sturen. Hebt u nog vragen over specifieke jaarrekeningposten? Stel ze gerust aan uw Alfa-accountant.