Banner

Vraag de btw terug als uw debiteur niet betaalt!

11 januari 2017 | Door:  Harm-Jan de Boer

Het wordt makkelijker om de btw terug te vragen op oninbare vorderingen. Dit is op Prinsjesdag aangekondigd en vanaf 2017 is het zover. Heeft u nog vorderingen openstaan waarvan vaststaat dat die toch niet meer betaald worden? Dan doet u er verstandig aan deze btw in de eerste btw-aangifte over 2017 terug te vragen.

De oude regeling in het kort

Op grond van de oude regeling ontstaat het recht op teruggaaf van btw vanaf het moment dat vaststaat dat een vordering niet is of zal worden betaald. In de praktijk kwam dit erop neer dat een crediteur de btw pas met succes kon terugvragen als hij in bezit was van een document waaruit blijkt dat de betaling niet meer was te verwachten. Dit document was bijvoorbeeld van de curator van de debiteur afkomstig. Hij moest daar bovendien afzonderlijk om verzoeken. Dat kon niet via de eigen btw-aangifte.

Het omgekeerde doet zich voor bij de debiteur die aanvankelijk de btw in aftrek heeft gebracht, maar nog niet heeft betaald. Tot 2017 moest deze afnemer er rekening mee houden dat hij dat bedrag aan btw na twee jaar weer verschuldigd werd.

De nieuwe regeling

Evenals onder de oude regeling, geldt ook onder de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2017 dat pas recht op teruggaaf van btw ontstaat als blijkt dat de vordering niet betaald is of zal worden.

De nieuwe regeling wijkt echter op twee belangrijke punten af van de oude handelwijze.

  1. Een grote verbetering is dat de fictie is opgenomen dat het recht op teruggaaf ontstaat uiterlijk één jaar na het tijdstip waarop de vergoeding opeisbaar is geworden. U kunt dus veel sneller over de btw beschikken en ook nog eens zonder de hulp van een curator of de debiteur zelf.
  2. De tweede verbetering is dat voortaan de btw via de eigen periodieke btw-aangifte kan worden teruggevraagd in plaats van via een daartoe apart in te dienen verzoek.

Wordt u later alsnog (gedeeltelijk) betaald door uw debiteur? Evenals onder de oude regeling moet er dan rekening mee worden gehouden dat u die btw alsnog  - al dan niet gedeeltelijk - moet terugbetalen.

Voor de niet-betalende debiteur geldt vanaf 2017 nu ook de eenjaarstermijn. De in aftrek gebrachte btw is verschuldigd na één jaar na het tijdstip van opeisbaarheid van de vergoeding. Betaalt de debiteur daarna alsnog, dan krijgt hij daarmee opnieuw recht op aftrek. Ook dit kan via de btw-aangifte worden geregeld.

Overgangsregeling: bestaande vorderingen

Op basis van de overgangsregeling wordt voor openstaande vorderingen die opeisbaar zijn geworden in 2016, of in de jaren daarvoor, de termijn van één jaar geacht te zijn aangevangen op 1 januari 2017. Dit brengt met zich mee dat voor deze vorderingen btw-teruggaaf kan worden verkregen op 1 januari 2018, tenzij al eerder duidelijk is dat de vordering niet wordt betaald. Zo geldt voor openstaande vorderingen waarvan nu al vaststaat dat deze niet zullen worden betaald, dat u er verstandig aan doet de btw al in de eerste aangifte over 2017 terug te vragen.

Als debiteur heeft u met het volgende te maken. Voor openstaande vorderingen die opeisbaar zijn geworden in 2015 en nog niet in 2016 zijn afgewikkeld, geldt dat u als debiteur de btw verschuldigd bent op 1 januari 2017. De teruggaaf moet dan in de eerste aangifte over 2017 worden verwerkt.

Meer informatie?

Voor meer informatie over dit en andere btw-onderwerpen kunt u contact opnemen met Harm Jan de Boer, telefoon 088-2531010 of e-mail hdeboer@alfa.nl.

Harm-Jan de Boer

Harm-Jan de Boer

Btw specialist

088 2531000 | hdeboer@alfa.nl


Meer over Harm-Jan