Banner

Je melkveehouderij extensiveren…maar hoe dan?

8 december 2020 | Door:  Jelmer Sietzema

De EU heeft de lijnen uitgezet om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Nederland heeft er daarnaast nog een uitdaging op het gebied van stikstofuitstoot bij. Elke economische sector zal hier zijn verantwoordelijkheid in moeten pakken. Dit betekent dat je als melkveehouder niet weg kunt kijken; ook de melkveehouderij moet in beweging komen ten behoeve van klimaat en milieu. Al was het maar vanwege het veiligstellen van de ‘license to produce’. Extensiveren lijkt de oplossingsroute, maar hoe pak je dat goed aan?

Als ultieme oplossing voor bovengenoemde problematiek wordt vanuit de politiek, maatschappij en de zuivelketen zelf op extensivering aangestuurd. Verlaging van de CO2-footprint door vermindering van het gebruik van hulpstoffen (krachtvoer, kunstmest) en minder dieren per hectare te houden, lijken de routes om in de richting van de doelen te komen.

Voorbeeld

Wat zijn nu de gevolgen van extensivering via deze twee sporen? Om dit in beeld te krijgen, is een voorbeeldbedrijf doorgerekend. Dit bedrijf heeft 1.000.000 kg melk op 50 ha grond en komt nu uit op 20.000 kg melk per ha. Het bedrijf kan extensiveren naar 15.000 kg melk per ha, door de melkproductie te verkleinen met 250.000 kg melk (scenario 1). Een andere route om op een intensiteit van 15.000 kg melk per ha uit te komen, is het aantrekken van 16,5 ha extra grond (scenario 2). In onderstaande tabel is de impact van beide maatregelen uitgewerkt.

NB. Bij scenario 1 is de opbrengst van de verkoop van de overtollige fosfaatrechten afgelost bij de bank, nádat er met de fiscus is afgerekend over de boekwinst. In scenario 2 wordt berekend welke marge er beschikbaar is om grond te financieren.

Klik op de afbeelding voor een volledige weergave. 

Conclusies:

  1. Extensiveren door minder te produceren op de eigen grond levert onvoldoende besparing op in de vaste lasten. De kritieke melkopbrengstprijs neemt circa 3 cent per kg melk toe en het bedrijf komt in dit scenario op jaarbasis € 22.000 tekort.
  2. In scenario 1 zal er minimaal 3 cent per kg melk aan extra inkomsten moeten komen om break-even te draaien. Er is dan nog geen buffer om financiële tegenvallers (bijvoorbeeld vanwege noodzakelijke aankoop van ruwvoer als gevolg van droogte) op te kunnen vangen.
  3. Het aandeel variabele kosten als onderdeel van de totale kosten wordt kleiner naarmate er extensiever wordt geboerd. Extensivering stelt hoge eisen aan het vakmanschap van de ondernemer. Er moet meer gemolken worden uit eigen ruwvoer, om niet te ontsporen met de kosten. Dat hoort bij het ondernemerschap, is in principe aan te leren, maar dit maakt het zeker uitdagend.
  4. Niet iedere ondernemer is in staat om de technische resultaten te verbeteren bij een bedrijfsvoering die meer terugvalt op het produceren van melk op basis van zelf geteeld ruwvoer. Hierdoor kan de continuïteit in gevaar komen bij extensivering.
  5. De totale marge die het bedrijf in scenario 2 beschikbaar heeft voor de financiering van de 16,5 ha extra grond is € 19.275. Hiervan is ruim € 6.000 afkomstig uit de betalingsrechten. Dit komt neer op maximaal € 1.168 per hectare, die beschikbaar is voor rente en aflossing.
  6. Als het bedrijf in scenario 2 grond kan pachten voor mínder dan € 1.168 (inclusief betalingsrechten), verbetert de liquiditeit.
  7. Wanneer een rekenrente van 2,5% en een aflossingstermijn van 30 jaar als uitgangspunten worden genomen, is de koopprijs voor grond die je qua liquiditeit maximaal kunt opbrengen € 20.000. Alles wat je méér betaalt, gaat ten koste van je liquiditeitsmarge.

Wil jij werken aan een toekomstbestendig melkveebedrijf? De bedrijfskundigen van Alfa staan met beide benen in de praktijk en zijn graag je sparringpartner.

Jelmer Sietzema

Jelmer Sietzema

Bedrijfskundig adviseur

088 2532316 | jsietzema@alfa.nl


Meer over Jelmer