Eerste Kamer stemt in met WAB
29 mei 2019
Op dinsdag 28 mei 2019 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Het grootste deel van de maatregelen zal op 1 januari 2020 ingaan.
Het kabinet vindt dat sommige wetten en regels een soepel werkende arbeidsmarkt in de weg staan. De nieuwe wet dient daarom twee doelen. Allereerst wil het kabinet zekerheid bieden aan werknemers. Voor werkgevers moet het namelijk aantrekkelijker worden mensen in vaste dienst te nemen. Daarnaast moet flexibel werken mogelijk blijven waar dat nodig is. Waar moet de arbeidsmarkt zich op voorbereiden per 2020? In dit artikel belichten wij een aantal aspecten.
Nul uren en min/max
- Met ingang van 2020 komen er nieuwe regels voor nul urencontracten en min/max contracten. De werkgever krijgt de plicht zijn werknemer altijd minimaal vier dagen vooraf op te roepen.
- Indien het dienstverband twaalf maanden heeft geduurd, krijgt de werkgever de verplichting een arbeidsovereenkomst aan te bieden op basis van het gemiddelde aantal uren waarop de werknemer in die twaalf maanden heeft gewerkt.
- De opzegtermijn die werknemers met een nul urencontract of min/max contract in acht moeten nemen, wordt net zo lang als de minimale oproeptermijn (maximaal vier dagen) in plaats van de gebruikelijke maand.
Ontslag iets makkelijker
- Daar staat tegenover dat het voor werkgevers iets makkelijker wordt werknemers te ontslaan. Nu kunnen zij een werknemer alleen ontslaan als aan één van de wettelijke ontslaggronden volledig wordt voldaan. Volgens de WAB moeten werkgevers ook iemand kunnen ontslaan als niet volledig aan één ontslaggrond wordt voldaan, maar wel sprake is van een optelsom (cumulatie) van redenen. Dit noemt hij de cumulatiegrond voor ontslag. Een ontslag op deze grond wordt wel duurder. Werkgevers zullen in beginsel 1,5 transitievergoeding verschuldigd zijn.
Transitievergoeding
- Werknemers krijgen vanaf de eerste dag van hun dienstverband recht op een transitievergoeding (ontslagvergoeding), ook tijdens de proeftijd. Bovendien wordt de transitievergoeding voortaan naar rato berekend. Iedere dag dienstverband levert werknemers dus transitievergoeding op. Nu zijn werkgevers pas na 24 maanden een transitievergoeding verschuldigd. Ook moet op dit moment steeds een volledige periode van zes maanden dienstverband worden ‘volgemaakt’ voordat werknemers daarover transitievergoeding krijgen.
- Werknemers zullen dus eerder transitievergoeding opbouwen. Daar staat tegenover dat de opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Deze bedraagt altijd 1/3 maandloon per gewerkt kalenderjaar.
Compensatie transitievergoeding
- Verder komt er vanaf 2021 een regeling die kleine werkgevers compenseert voor de transitievergoeding(en) die zij moeten betalen als ze hun bedrijf moeten beëindigen vanwege pensionering of ziekte. Dit wordt verder uitgewerkt in aanvullende regelgeving.
- Alle werkgevers (niet alleen de kleine) kunnen per april 2020 compensatie vragen voor transitievergoedingen die zij hebben betaald bij een ontslag na twee jaar ziekte (nadat de loondoorbetalingsverplichting is afgelopen).
Tijdelijke contracten
- Werkgevers krijgen ruimere mogelijkheden voor tijdelijke contracten. Nu mogen zij in een periode van ten hoogste twee jaar maximaal drie opeenvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten aanbieden. De maximale periode van twee jaar wordt drie jaar.
- Bij seizoenswerk wordt de verplichte minimale onderbreking van het dienstverband (om met een nieuwe keten van tijdelijke contracten te kunnen beginnen) verkort van zes maanden (en een dag) naar drie maanden (en een dag).
- Verder introduceert de wetgever een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.
Concurrentiebeding
- De wet maakt duidelijk dat werkgevers geen gebruik kunnen maken van een concurrentiebeding als zij werknemers in de proeftijd ontslaan. Dit is slechts anders indien het noodzakelijk is de werknemers aan het beding te houden. Werkgevers zullen dan moeten aantonen dat sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Bovendien zal de werkgever dit dan schriftelijk of elektronisch en gemotiveerd aan de werknemer moeten mededelen.
WW-premie
- Het kabinet wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom hoeven ze minder WW-premie te betalen als ze iemand een vaste baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. Nu is de hoogte van de WW-premie afhankelijk van de sector waar een bedrijf actief in is. Per 2020 geldt een lage WW-premie voor contracten voor onbepaalde tijd voor een vast aantal uren en een hoge WW-premie voor alle overige contracten.
Uitstel voor pensioenregeling payrollers
- Er komt uitstel voor de voorgenomen verplichte pensioenregeling voor payrollers. Het kabinet heeft toegezegd deze maatregel pas per 1 januari 2021 in te laten gaan.
Meer weten?
Tot 1 januari 2020 zullen wij periodiek informeren over specifieke aspecten van de WAB. Wil je nu al meer weten? Onze adviseurs zijn je graag van dienst. Een afspraak is zó gemaakt!