Banner

Economische en fiscale aandachtspunten leveringscertificaten FrieslandCampina

15 april 2021 | Door:  Jeroen Boele

Het bestuur van FrieslandCampina heeft voorgesteld om wijzigingen aan te brengen in de “ledenfinanciering”. Met ingang van 12 april 2021 is de coöperatie gestart om het voorstel met de leden te bespreken. Een onderdeel daarvan is de invoering van een systeem van “leveringscertificaten”. Daarbij zijn er enkele economische en fiscale aandachtspunten van belang.

Leveringscertificaten

Uit het voorstel blijkt dat een melkveehouder 8 euro per 100 kg geleverde melk aan leveringscertificaten moet hebben. Bij een levering van 1 miljoen kg, moet je dus beschikken over 80.000 euro aan certificaten. Als de leveringshoeveelheid stijgt, moet je ook over meer certificaten beschikken. In de voorstellen worden dit “leveringscertificaten” genoemd. Het is enigszins vergelijkbaar met de huidige certificaten/obligaties welke FrieslandCampina kent. Maar er zijn ook grote verschillen. Op leveringscertificaten wordt bijvoorbeeld geen rente op vergoed. Er is wel sprake van een vergoeding die wordt gevormd door de jaarlijkse contante nabetaling. De hoogte daarvan wordt bepaald door de winst die FrieslandCampina in dat jaar realiseert.

Betaling koopsom leveringscertificaten

De koopsom van de leveringscertificaten moet “betaald worden”. Niet alleen bij invoering van het systeem op 1 januari 2022, maar ook bij stijging van de melkleverantie.
In het voorbeeld heeft de melkveehouder 80.000 euro nodig om de koopsom te betalen. De betaling kan plaatsvinden “in geld”, maar ook door omzetting van ledencertificaten en obligaties vrij en vast.
Als de melkveehouder niet voldoende ledencertificaten/obligaties heeft voor de omzetting in leveringscertificaten, moet er dus “geld op tafel komen”. In de voorstellen van FrieslandCampina is opgenomen dat, onder strenge voorwaarden, het geld tegen een rentevergoeding van de coöperatie kan worden geleend. Op dit moment is de hoogte van de rente nog niet bekend.
Als je al voor zo’n lening met een looptijd van 10 jaar in aanmerking komt, kan nagegaan worden of de voorwaarden voor “lenen bij de bank” wel of niet aantrekkelijker zijn.

Maatschap/firma

Stel dat er 1 miljoen kg melk wordt geleverd door een samenwerking, bijvoorbeeld maatschap of vennootschap onder firma tussen vader, moeder en zoon. Bij invoering van dit systeem wordt  80.000 euro aan leveringscertificaten alleen op naam gesteld van degene die lid zijn van FrieslandCampina. Als alleen vader en zoon lid zijn, moeten vader en zoon vervolgens een keuze maken. Hoe wordt die 80.000 euro aan leveringscertificaten tussen hen “verdeeld”?
Als ze de koopsom zoveel mogelijk willen betalen door omzetting van certificaten/obligaties is de  kans groot dat vaders aandeel daarin veel groter is dan die van de zoon. Stel dat ze ervoor kiezen om 60.000 euro op naam van vader te stellen en 20.000 euro op naam van zoon. Als zoon niet beschikt over certificaten/obligaties, zou het mogelijk zijn dat hij in aanmerking komt om de koopsom van de coöperatie te lenen.

Bedrijfsoverdracht duurder?

Ook een bedrijfsopvolger moet na de overname beschikken over voldoende leveringscertificaten.
Stel dat in het voorbeeld sprake is van een vader/moeder/zoon firma, levering 1 miljoen kg en 80.000 euro aan leveringscertificaten met een verdeling van 60.000 euro vader en 20.000 euro zoon. Na overname moet zoon 60.000 euro leveringscertificaten bijkopen.  Betaling daarvan kan op dezelfde wijze plaatsvinden, als hiervoor is geschetst. Maar “het moet wel betaald worden”.
Daarvan is vóór invoering van dit systeem geen sprake. Momenteel wil een overdrager vaak de op zijn naam staande certificaten/obligaties behouden; die worden dan omgezet in obligaties “vrij”.
De overnemer is momenteel niet verplicht een “extra storting/betaling” te doen in de coöperatie
Na aanname van het voorstel wel. Dat heeft invloed op de financiële positie van de overnemer maar ook op die van de ouders. Hoe groot die invloed is, is uiteraard sterk afhankelijk van de situatie op het individuele bedrijf. Daarbij moet je je er ook van bewust zijn dat leveringscertificaten een  achtergesteld karakter hebben wat een bepaald risico met zich mee brengt.

Fiscale aspecten

De “koopsom leveringscertificaten” kan worden voldaan door bijvoorbeeld certificaten of obligaties “om te zetten in leveringscertificaten”. Als die certificaten/obligaties voor “nul op de bedrijfsbalans”  staan, is het op dit moment nog niet zeker of deze omwisseling in leveringscertificaten wel of niet leidt tot fiscale winst. De belastingadviseurs zullen hierover in overleg met de belastingdienst treden.

Ondersteuning

In 2021 wordt er een besluit genomen over het voorstel van de vernieuwing van de ledenfinanciering en de geplande invoering op 1 januari 2022. Er kunnen dus ook nog mogelijke veranderingen in het voorstel aangebracht worden.

De vernieuwing van de ledenfinanciering bij FrieslandCampina is een verandering op jouw bedrijf. De coöperatie geeft voldoende mogelijkheden om de koopsom van de leveringscertificaten in te kunnen vullen, maar het is en blijft een financieringsvraagstuk. Hoe je dit invult, is sterk afhankelijk van de financiële positie op je bedrijf. Heb je vragen of zoek je ondersteuning bij dit vraagstuk? Neem dan contact op met de specialisten van Alfa, met ruim 30 kantoren zijn we overal dichtbij.

Jeroen Boele

Jeroen Boele

Fiscaal adviseur

088 2532300 | jboele@alfa.nl


Meer over Jeroen