Banner

Waarom moet ik belasting bijbetalen?

1 april 2021

‘Klopt de inhouding van de loonheffing op mijn salaris eigenlijk wel?’ Het voelt altijd wat ongemakkelijk als een medewerker jou die vraag stelt. Je wilt jouw personeel graag van correcte specificaties voorzien. Dan is het vervelend, als bij het invullen van de IB-aangifte een verschil blijkt te bestaan tussen de ingehouden loonheffing en de inkomstenbelasting die jouw werknemer verschuldigd is. Zeker als hij daardoor moet bijbetalen.

Loonheffing is voorheffing

De loonheffing die je op het salaris van jouw medewerker inhoudt, is een zogenaamde vóórheffing op de inkomstenbelasting die hij moet betalen. Alles wat je namens jouw personeelslid aan de Belastingdienst afdraagt, hoeft hij zelf niet meer over te maken. Ondanks deze voorheffing gebeurt het dat de medewerker inkomstenbelasting moet bijbetalen óf een bedrag terug ontvangt. Meestal heeft dat te maken met bijzondere omstandigheden van de betreffende werknemer. Denk daarbij aan aftrekposten of inkomsten elders. Hoe komt dat? 

Belasting van bijzondere beloningen 

Verschillen ontstaan doorgaans bij de berekening van loonheffing over bijzondere beloningen. Denk daarbij aan overwerkvergoedingen, vakantiegeld, bonussen of een eindejaarsuitkering. Je gebruikt dan een vast percentage om de loonheffing te berekenen. Dit percentage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen. In de tabel hieronder zie je welke percentages in 2021 van toepassing zijn bij de verschillende inkomensniveaus. 

Jaarloon 

Om het juiste tarief voor de bijzondere beloning toe te passen, heb je dus een jaarloon nodig. Met jaarloon bedoelen we het (fiscale) heffingsloon, zoals dat ook op de jaaropgave van de medewerker staat. Indien de werknemer het hele voorafgaande jaar voor je gewerkt heeft, ga je uit van zijn loon in dát jaar. Om het belastingpercentage in 2021 te bepalen, kijk je dus naar het jaarloon in 2020. Heeft de werknemer slechts een gedeelte van 2020 voor je gewerkt? Dan herleid je het loon in 2020 tot een loon voor een volledig jaar.

Welk jaarloon bepaalt het tarief?

Op basis van het loon in 2020 bepaal je het percentage voor 2021. Dat kan ook niet anders, want als jouw medewerker in maart of april 2021 een bijzondere beloning ontvangt, weet je nog niet wat het exacte jaarloon in 2021 zal zijn. Het exacte jaarloon in 2021 is echter wél de basis voor het tarief van de inkomstenbelasting die in 2022 wordt vastgesteld. Dáár ontstaan verschillen. Het jaarloon waarop je de loonheffing baseert, kan afwijken van het uiteindelijke jaarloon voor de inkomstenbelasting.

Die afwijkingen ontstaan, doordat jouw werknemer in de loop van het jaar een loonsverhoging krijgt, zijn arbeidsuren uitbreidt of een niet verwachte bonus ontvangt. Ook kan het zijn dat hij tevens inkomsten elders heeft, waarvan je niet op de hoogte bent, óf dat sprake is van aftrekposten. Het verschil tussen verwacht en gerealiseerd loon hoeft niet groot te zijn, om toch tot een behoorlijke bijbetaling te leiden.

De tabel hieronder (die betrekking heeft op 2021) illustreert dat. Stel dat je in 2021 een medewerker in dienst hebt die in 2020 een jaarloon genoot van € 19.000. Als je rekening houdt met de loonheffingskorting, pas je op basis van dat jaarloon een tarief voor bijzondere beloningen toe van 8,33 procent (37,10 procent minus 28,77 procent). Door inkomsten elders of andere factoren blijkt het jaarloon in 2021 niet € 19.000, maar € 21.000 te zijn als de werknemer in 2022 zijn aangifte IB invult. In plaats van 8,33 procent had hij eigenlijk 34,44 procent moeten betalen.

Ook als jouw werknemer in de loop van het jaar is overgestapt naar een andere werkgever bestaat het risico op bijbetaling, omdat te veel korting is berekend.

Doe ik het fout?

Heb je het fout gedaan als je in dit voorbeeld 8,33 procent loonheffing inhoudt op de bijzondere beloning van de medewerker? Nee, want op basis van het jaarloon in 2020 kun je geen ander percentage toepassen. Je kunt niet anticiperen op ontwikkelingen die je onbekend zijn. Wél is het verstandig alert te zijn op wijzigingen die je wél kunt voorzien. Stel, dat je een medewerker hebt die in 2020 een dienstverband had voor tien uur per week. Met ingang van januari 2021 werkt hij 40 uur per week voor je. In zo’n situatie weet je dat het jaarloon van 2020 geen betrouwbare indicatie kán geven voor het tarief dat je in 2021 toepast. Stem een eventuele aanpassing van het jaarloon voor het bijzonder tarief wél met de medewerker af. Alleen hij mag dat namelijk aanpassen. 

Tot slot

Je merkt dat dit geen eenvoudige materie is. Heb je vragen, benader dan jouw contactpersoon bij Salaris en Personeel. Hij of zij staat je graag te woord!