Banner

Landelijke beëindigingsregeling veehouderij

31 mei 2022 | Door:  Annelou Olde Beverborg

De contouren van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij zijn bekend. Met de regeling biedt de Minister voor Natuur en Stikstof veehouders met productierechten de mogelijkheid om zich te laten uitkopen. De regeling ligt ter consultatie voor tot 13 juni a.s. Dit betekent dat iedereen die dat wenst zijn/haar reactie kan geven op de regeling. Naar aanleiding van deze reacties kan de minister de regeling nog op bepaalde punten wijzigen. Hieronder ga ik in op de hoofdlijnen van de regeling, zoals die er nu ligt.

Wie mogen meedoen? 

Bedrijven met productierechten mogen deelnemen aan de regeling. Melkvee-, varkens- en pluimveehouders kunnen een subsidie krijgen om hun veehouderijbedrijf of een locatie van hun veehouderijbedrijf te beëindigen. Alleen locaties met een totale stikstofdepositie van ten minste 50 mol op voor stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden komen in aanmerking voor de regeling. Ook moet de locatie de laatste drie jaren in gebruik zijn geweest.

Eisen en gevolgen deelname

Deelname aan de Lbv geeft recht op een vergoeding voor de vervallen productierechten en een vergoeding voor het verlies van de waarde van de stallen. Na deelname moet de veehouder ten minste 80% van de in 2021 benutte productierechten inleveren. Voor melkveehouders ligt dit percentage zelfs op 95%. Voor het vervallen van deze productierechten ontvangt de stoppende veehouder de marktprijs. De minister stelt kort voor die openstelling van de regeling de actuele verkoopwaarde van het productierecht vast. Voor de stallen ontvangt de veehouder een vergoeding van 100% van de gecorrigeerde vervangingswaarde. Daarbij geldt als uitgangspunt een afschrijvingstermijn van 40 jaar en een restwaarde van 20%. Voor een melkveestal en jongveestal is de gecorrigeerde vervangingswaarde bijvoorbeeld vastgesteld op € 801 per m2 staloppervlak. Een dergelijke stal van 25 jaar oud heeft – na afschrijving - een waarde van € 401 per m2.  

Na deelname aan de Lbv mag de veehouder niet op een andere locatie dezelfde diersoorten gaan houden, maar overschakelen naar een andere diersoort mag wel.
De verwachting is dat een inschrijving voor de Lbv mogelijk is in het vierde kwartaal van dit jaar. Wanneer de minister de aanvraag toewijst, betekent dit niet dat de veehouder er al aan vast zit. Na toewijzing heeft de veehouder nog 6 maanden de tijd om te beslissen of hij daadwerkelijk wil deelnemen. Als hij dan kiest voor deelname, dan moet hij binnen 12 maanden de dieren en mest afvoeren.  Voor het slopen van de stallen heeft de veehouder 28 maanden de tijd.

Deelname aan de Lbv heeft natuurlijk ook fiscale gevolgen. Neem deze dan ook mee in jouw overweging om wel of niet deel te nemen aan de regeling. Voor de regeling is een budget beschikbaar van € 270 miljoen voor melkveebedrijven, € 115 miljoen voor pluimveebedrijven en € 115 miljoen voor varkensbedrijven. 

Heb je vragen over de regeling, neem dan gerust contact op met Annelou Olde Beverborg

Opkoopregeling provincies 

Ook de tweede tranche van de provinciale opkoopregeling voor piekbelasters ligt ter consultatie voor. Deze regeling geeft provincies de mogelijkheid om zogenoemde piekbelasters gericht aan te kopen of te laten beëindigen De tweede tranche kent  een aantal wijzigingen ten opzichte van de eerste tranche van de regeling. Mocht je daar meer over willen weten, neem gerust contact op.

Annelou Olde Beverborg

Annelou Olde Beverborg

Juridisch adviseur

088 2531324 | aoldebeverborg@alfa.nl


Meer over Annelou