Banner

Ondernemer van de maand april: Jos Willems Transport

29 maart 2018 | Door:  Marco Streefland

Op een zonnige maandagmiddag passeert Jos Willems het stadje Thorn. “Het mooiste stadje van Limburg zeggen ze weleens”, lacht hij. Met zijn oplegger is hij onderweg voor een van zijn vaste opdrachtgevers in de bouw. Al veertig jaar zit Doornenburger Jos ‘op de wagen’. Per jaar gaan er gauw 130.000 kilometers asfalt onder de wielen voorbij, tegenwoordig uitsluitend in Nederland.

Z’n Volvo FH 500 is wel wat gewend, met 500 paardenkrachten. Daarvoor is het af en toe hard werken, want Jos z’n vaste vrachtjes zijn gevelstenen. “Altijd gevelstenen. Ja, een enkele keer ook weleens kalkzandsteen, maar eigenlijk altijd stenen voor buitenmuren. Ik rijd eigenlijk alleen maar voor de bouw.”

Dat doet Jos zelfstandig met Jos Willems Transport, maar hij maakt ook deel uit van een samenwerkingsverband van chauffeurs. “We zijn met z’n zevenen, allemaal eigen rijders. Eén van ons doet samen met zijn vrouw de planning. We werken met z’n allen voor verschillende opdrachtgevers. Dat gaat bijzonder goed.”

Het leven op de weg is behoorlijk onvoorspelbaar, begrijpen we. “Waar ik morgen naartoe moet? Ik heb geen idee. Dat hoor ik vanavond wel”, zegt Jos laconiek. Eén ding is zeker: zonder werk zal hij niet snel zitten. Jos: “Behalve dan pas met die week vorst. Toen lag de bouw stil. Die week heb ik wel een dagje thuis gezeten. En ik zit verplicht vast aan de bouwvakvakantie. Ik kan wel eerder of later op vakantie, maar die weken is er toch niets te doen.”

Rijden in het buitenland

Niets te doen was er ook tijdens de recessie in de bouw. Jos: “Toen heb ik de oplegger vervangen door een huif om in Duitsland te gaan rijden. Zo heb ik de recessie in de bouw kunnen opvangen. Maar het is wel een ander leven. Je gaat maandagmorgen vroeg de deur uit en je bent pas vrijdagavond laat weer thuis. Ik heb vroeger ook wel op het buitenland gereden, maar nu niet meer. Het is soms weleens zeven of acht uur, maar ik ben nu ’s avonds gewoon thuis. Als je vanuit Italië weer naar Nijmegen moet, is het een heel ander verhaal.”

In die veertig jaar is het vrije bestaan van chauffeur er niet leuker op geworden, concludeert hij. “De gezelligheid van vroeger is weg. Een voorbeeld: stond je met een lekke band langs de weg, dan stopte er binnen de kortste keren een collega. Nu niet, iedereen rijdt door. Ze hebben het allemaal druk-druk-druk. De tijden zijn heel anders.”

Blauw met champagnekleur

Maar toch: er gaat niets boven het chauffeursbestaan, vindt hij. Die vrachtwagen moet diep in zijn DNA zitten. “Mijn vader zat ook op de auto en is later bij een garage gaan werken. En mijn zoon en dochter werken ook allebei in de transportwereld!”

De trots van truckers op ‘hun’ auto is ook Jos niet vreemd. De Volvo is opvallend gespoten in blauw met champagnekleur. Jos: “Het is geen special paint, maar ik hoor wel regelmatig mensen zeggen dat het een mooie auto is. Dan is die kleurencombinatie toch goed uitgepakt. Ja, een auto is belangrijk voor een rijder. Je houdt het werk het langst vol als er ook een stukje hobby bij zit”, lacht hij.

Meteen antwoord

Alfa houdt zijn vrachtwagencombinatie financieel op de weg. “Mijn vorige accountant is door Alfa overgenomen en ik ben meegegaan. Ook omdat het nog altijd goed bevalt. Als ik een vraag heb, dan krijg ik meteen antwoord bij Alfa. Dat vind ik prettig. Ook belastingtechnisch is het allemaal goed geregeld, ik heb nog nooit een controle van de fiscus gehad.”

Marco Streefland

Marco Streefland

Senior klantbeheerder

088 2533052 | mstreefland@alfa.nl


Meer over Marco